Mijn nieuwe fiets zit weer in elkaar.
De fiets liet zich ondanks alle roest makkelijk demonteren en ook weer monteren. De spatborden zijn 75mm breed. Het voorspatbord is aan de onderkant gebroken. Daar heb ik twee nieuwe gaatjes in geslagen.
Er waren nog twee originele spatbordsteuntjes. Een was helemaal weg en de andere niet origineel en niet meer te repareren. In het achterspatbord waren twee extra gaatjes gemaakt.
De resten van het originele steuntje zaten er nog boven. Nu zitten er dus twee gaatjes in die ik nog dicht wil maken. Ik had nog vier dezelfde steuntjes van de juiste lengte. Die heb ik gebruikt. De boutjes van de spatborden zijn van messing. De zes die er nog waren heb ik opnieuw kunnen gebruiken. De andere twee zijn stalen bolkopjes.
Het valt op dat er geen achterlicht op de fiets heeft gezeten. Er zit geen gaatje in het achterspatbord. Er zat ook geen dynamo of koplamp op.
De voorvork was niet meer helemaal recht die stond een beetje naar links. Dat was makkelijk weer te richten. De vork is een ‘luie’. Hij loopt erg ver naar voren. Het fietst lekker.
Het is altijd een beetje speculeren wat de geschiedenis van zo’n oude fiets is maar het zou kunnen dat er in 1963 een ongeluk mee gebeurd is. De fiets is duidelijk van de jaren dertig. Het bagagerek en het zadel getuigen daarvan maar het achterwiel is van 1963. De Torpedo heeft een F en de velg bleek na een schuurbeurt ook nieuwer dan de rest van de fiets. Iemand heeft in het verleden over zand en klei heen geschilderd wat maakte dat het makkelijk weg te schuren was. Eigenlijk wilde ik helemaal niets aan het uiterlijk van de fiets veranderen maar de velg was een beetje te erg mishandeld.
Het voorwiel had een smalle velg. Daar heb ik de velg van het achterwiel omheen gespaakt en het achterwiel heb ik zelf gemaakt.
De achternaaf is een brede van 1935 met een lange remmantel. Het remt inderdaad erg lekker. De spaken van 295mm en nippels zijn gebruikte.
Het rek is gemaakt van een hoekprofiel. Aan de voorkant is een gedeeltelijke stempel van Standaard te zien maar het is er niet heel duidelijk ingeslagen. De klemmen aan het stuur zijn van het type met schroefdraad er in. Dus met boutjes zonder moer. Alle boutjes kwamen makkelijk los.
Het zadel is ooit gemaakt met een neusveer met enkele winding en twee ogen voor twee slotboutjes. Die was vervangen en ook alweer kapot. Die heb ik vervangen voor een neusveer met dubbele winding en twee ogen.
De dubbele strop is opengewerkt. Die zadels werden gemaakt in de tweede helft van de jaren dertig. Samen met de kenmerken van het rek duidt het op een bouwjaar uit die tijd.
De pedalen van UNION zijn vervangen. Aan de buitenkant zijn ze flink verroest maar aan de rubbers en het binnenwerk is te zien dat er weinig mee gefietst is.
De as en de konen van het voorwiel lijken vervangen. De naaf is vernikkeld en als die en het hele voorwiel origineel is dan is het hele goede kwaliteit of vervangen voor nieuw. Ik kon nergens cijfers of letters ontdekken op de naaf of de onderdelen.
De naaf is geen buismodel want de diameter tussen de flenzen is kleiner dan daar waar de cupjes zitten. De stofkappen zijn er in geschroefd.
De banden zijn twee oude Vredestein transportbanden. Ze zijn alle twee overduidelijk aangetast door de tijd maar omdat er met het canvas niets aan de hand is zijn ze nog prima te gebruiken.
Toen ik de fiets ophaalde zaten er twee zwarte op, waarvan een niet meer te redden was.
De trapas is 155mm lang en 17mm dik. De rechter crank is van het model met vijf gaatjes. Het tandwiel is er aan geklonken. Geen boutjes dus. Omdat het een dikke crank is van 35mm is de kettinglijn 44mm. Die van de brede achternaaf ook wat wil zeggen dat de velg van het achterwiel precies in het midden van de inbouwbreedte gespaakt kon worden. Dat heb ik nog niet eerder meegemaakt met een transportfiets.
Mooi oliepotje. Ik moest wel even draad tappen.
De cups van de trapas vertonen wel kogelsporen maar die zijn nog mooi glad. Ik heb nog wel ongebruikte cups maar die waren niet nodig. Het is ook weer een beetje gissen maar het lijkt of de konen vervangen zijn. De trapas is in’t ieder geval een keer gedemonteerd want er zitten twee verschillende spietjes in. Een met een bol kopje en een met een plat.
Alles wat er in het verleden vervangen is zijn het achterwiel, de pedalen en misschien de konen van de trapas maar er zijn wel steeds goede spullen gebruikt.
De fiets fietst geweldig. De kettinglijn klopt en de wielen staan keurig in lijn. Fietsen zonder handen aan het stuur lukt kaarsrechtop.
Alleen het frame is voor mij te laag dus daar gaat wat aan gebeuren. De staande achtervork is ooit uit het lood geslagen door het ongeluk.
Om de vork te kunnen richten moest die gedemonteerd worden en omdat de boutjes aan de binnenkant gesmeed waren moest ik die uitboren. Omdat ik de gesoldeerde verbinding niet wilde belasten heb ik twee dezelfde schroevendraaiers in mijn bankschroef geklemd en daar de korte eindjes van de vork tussen gestoken zodat de kracht alleen maar op de enkele buis werd uitgeoefend. Dat bleek goed te werken.
Het zadel van Lepper heeft ook al een heel leven achter de rug. Een van de twee slotboutjes is gebroken. Om die te vervangen moest het blik er uit. Om het weer terug te zetten heb ik slotboutjes M4 gebruikt. Eerst gemonteerd en toen op maat geslepen met een Dremel. De kopjes zijn net zo groot als de originele splitnagels.
Het nieuwe slotboutje voor de veer is M7. Die met Engelse draad kon ik niet vinden. Het moertje is ook wat kleiner maar het werkt prima. De kop van de originele is plat dus de nieuwe heb ik in dezelfde vorm gevijld.
Nieuwe ketting van Renold:
De zadelbout is origineel. De moer heb ik toegevoegd:
Mooi oud handvat. Het andere is helaas weg.
Charles
Vervolg op:
– Nieuwe aanwinst van Charles
– Nieuwe aanwinst van Charles deel 2
prachtig !
netjes gedaan weer Charles
Een echte mooie oude patinee bewaardgebleven en technisch nieuwe transporter. Mooi weer Charles😎
Geweldig beschreven Charles!