Vaak wordt onderscheid gemaakt tussen bakfietsen en transportfietsen. Toch is een bakfiets een transportfiets.
Oude stratenvegersbakfiets.
Op deze site zal binnenkort een speciaal hoekje komen voor dit type transportfiets, de bakfiets.
Uit de Dikke van Dale:
bakfiets (de (m. & v.)) 1 driewieler met een bak (vóór de bestuurder), bestemd voor het vervoer van niet te grote vrachten, syn. triporteur 2 fiets met een bak voorop (bij het stuur).
transportfiets (de m. & v.)), fiets voor goederentransport.
fiets (de (m. & v.); -en) [1886 etymologie onzeker, mogelijk van het dialectwoord vietsen (zich vlug verplaatsen)] 1 tweewielig voertuig dat door het trappen op pedalen wordt voortbewogen, syn. rijwiel 2 (meton.) iem. op een fiets: pas op, daar komt een fiets 3 (Barg.) (alleen in het mv.) handen of benen: de paternosters om de fietsen 4 (Barg.) vijf gulden [twee achterwielen]: dat kost een fiets 5 (visserst.) motorlogger.
—
Voor de volledigheid een quote van C.S.:
Een bak met een fiets is een bakfiets en een fiets met een bak is een transportfiets.