Transportfiets, merk onbekend. Er ontbreekt info over het merk. Er klopt van alles niet aan maar daar was de prijs ook naar!
Spatbord voor zo goed als niet orgineel, wellicht Simplex spatbord? Spatbord achter oogt nieuwer maar kan ook weer wel kloppen. Crankstel niet origineel, trapas lijkt van wel. Onder de bracket staat een T, van transport? Frame nummer, linker zijde; 703492. Vetvulnippels aanwezig. Gelast aan balhoofdbuis!
Ik overweeg deze fiets te verkopen maar ik kan er niet veel over vertellen behalve dat de fabriek tussen 1906 en 1947 in Alkmaar stond. Kunt mij iets meer er over vertellen en wellicht dateren?
Dank voor uw moeite,
Menno Buntsma
Breda
Nog wat informatie over het merk Turner via Bas:
Het merk is geregistreerd in 1906. The Turner Cycle, registered, W. Kerkmeer, Alkmaar.
Eerste inschrijving 22 juni 1906:
Fa. Kerkmeer, W. sinds 11 februari 1926
Fa. Turner Rijwielindustrie W. Kerkmeer & Zoon sinds 09 januari 1947. Adres Ritsevoort 19 Alkmaar:
Na wat verder speuren blijkt Turner opgegaan te zijn in het merk AGU (Alkmaarse Groothandels Unie).Zie deze historie: https://agu.com/agugeschiedenis
Onlangs kreeg ik een apart model BSA trapas bij onderdelen mee die ik had overgenomen. De varianten van het model BSA trapas, waarbij de cups in het trapashuis worden geschoefd, en geborgen met klembouten, spieën of borgringen waren mij al wel bekend. Maar dit model waarin ze in een aparte bus geplaatst werden, die in zijn geheel in een trapashuis zonder schroefdraad werd geschoven, en vast gezet met klembouten was mij nog niet bekend.
De cups en trapas zijn gewoon standaard (transport) BSA, met een Bayliss Wiley no. 3 trapas (150mm lang, 15,8mm as diameter).
Op de flens van de bus staat nog iets van Nederlandsch Octrooi (aanvraag?) 1787, waarvan een deel van de tekst helaas niet meer leesbaar is. Het nummer en mogelijke variaties erop leveren helaas niets op in de Octrooi databank Espace.net. Dus ik vermoed dat het aanvraag betreft, die niet met de zoekfunctie terug te vinden zijn.
Maurice had het frame waaruit deze trapas overgenomen, en wilde die graag weer herenigen met de trapas, dus die heb ik gegeven tijdens de Grootte Transportfietstoer. Hier zijn foto’s van het frame, inclusief trapashuis:
Ook het balhoofd is identiek aan die van Maurice, dus goede kans dat het een fiets is van de zelfde fabrikant. Maar de vraag is wie? Iemand enig idee welk merk dit zou kunnen zijn?
Kwa leeftijd komt de fiets van marktplaats waarschijnlijk uit de jaren ’30 (of net ervoor of erna). De voordrager is een Standaard, en de voornaaf het buisvormig model, allemaal typisch vooroorlogs. De achternaaf is een verchroomde Fichtel & Sachs met rechte remhevel, dus die is naoorlogs en ooit vervangen.
Eindelijk heb ik een directe datering van mijn jaren ’20 transportfiets: 1924! Aangezien deze nog niet hier op de site staat, maar alleen op mijn blog, gelijk maar een artikel plaatsen 🙂
De fiets kocht ik in 2016. Inmiddels heb ik er meerdere toeren mee gereden, en de fiets al vaak genoeg over gesproken, dus het is een welbekend exemplaar.
Toen ik hem op marktplaats vond, had ik al het vermoeden dat het een vroeg exemplaar kon zijn aan de hand van de voordrager en de ingesoldeerde achterpadden. Die fiets had ik gekocht bij een antiek & curiosa handelaar in Ameide. Volgens de verkoper kwam deze fiets van een slager vandaan uit Middelbeers (slager nog niet kunnen traceren).
Mijn plan was toen om de 60km terug te fietsen op deze fiets nadat ik hem had opgehaald. Ik kwam halverwege, toen ging er iets mis in de achternaaf: meerdere kogels waren tot gruis vermaald. Gelukkig gebeurde dat vlakbij een treinstation, dus met de fiets in de trein verder naar huis.
De fiets bleek al eens gerestaureerd te zijn. Hij was geheel in de zinkverf gezet, en daar een dun laagje zwart over. Die zinkverf oxideerde door de zwarte lak heen, wat niet erg fraai was. Maar de fiets kwam wel heel makkelijk uit elkaar.
De fiets had ik geheel uit elkaar gehaald, om alles te inspecteren, maar ook op zoek naar aanwijzingen voor datering en merk. Ik heb de fiets zeer behoudend gerestaureerd, ook met de nieuwere onderdelen erop gelaten. De fiets na mijn restauratie kort na de aanschaf:
De achterdrager en het kettingscherm zijn uit ongeveer de jaren ’50. De bel is verchroomd en ook het opstapje op de achternaaf en de zadelpen. Die zijn allen dus nieuwer. Gezien het pokdalige frame, heeft de fiets voor de vorige restauratie lang buiten staan roesten. Daarom verwacht ik dat ook de spatborden en het zadel niet origineel zijn. Ook het crankstel (kettingblad met 5 puntige ster) is te nieuw voor de fiets. De velgen hebben hetzelfde pokdalige oppervlak als de fiets, en de naven passen goed bij de rest van de fiets kwa leeftijd, dus die zijn vrij zeker origineel (er zitten wel nieuwe spaken in).
Het belangrijkste wat ik zelf heb toegevoegd zijn de vernikkelde Union transportpedalen, en zelfgemaakte houten handvatten. En de conussen in de naven heb ik vervangen, want die waren er heel slecht aan toe. En er zitten nu Vredestein Retro banden op. Verder zit alles er nog op als toen ik hem kocht.
Aan het frame zitten verschillende typerende kenmerken, zoals de ingesoldeerde achterpadden, D-vormige achtervorkbuis en een trapashuis voor BSA type trapas, waarbij de cups aan de voorzijde met spieën worden vastgezet. Ik ken tot nu toe maar twee andere transportfietsen (no. 1 & no. 2) met zo’n trapashuis.
Apart is dat de framebuizen te ver het trapashuis in steken, waardoor er ook schroefdraad op getapt is:
Op het frame was helaas geen framenummer te bekennen, zowel op de zadellug als de achterpadden.
Op de trapas staat G.G., en de cups zijn verschillend, een van Bayliss Wiley en de ander van JHG (Gerkinet):
Het balhoofdlager was ook van een interessant model. Inmiddels ken ik die uit de folder van A. Druyf uit 1925. Dit model balhoofd is nog vrij lang daarna gebruikt, door Empo in ieder geval tot begin jaren ’40.
De eerste echte duidelijk aanwijzing voor datering was de achternaaf. Het is een doortrapper van Fichtel & Sachs. Het logo is nog het arend logo zonder cirkels eromheen. Dat maakt hem van 1929 of eerder.
Die naaf is heel lang een van mijn belangrijkste knooppunten geweest voor de datering van de fiets. Wat ik toen nog niet wist dat al die tijd het jaartal erin verborgen stond. Het was mij al bekend dat Fichtel & Sachs het jaartal op de conussen en as insloegen. Maar die waren niet origineel meer. Dus jaren lang had ik geen direct jaartal om aan de fiets te koppelen, maar ergens tussen ongeveer 1924 en 1929.
Toen vond Abram de oplossing: op de cups van de doortrapnaven van Fichtel & Sachs staat ook het jaartal! Dus ik vandaag het achterwiel eruit gehaald, en een van de cups eruit getikt.
1924! 😀 Daarmee de op twee na de oudste bekende transportfiets, dus daar ben ik heel blij mee 😉 Na jaren speuren en onderzoeken bleek het antwoord over de leeftijd van de fiets gewoon nog verborgen in de achternaaf te zitten!
Nu is de fiets alleen nog merkloos. Ik vermoed dat deze fiets door een kleine maker is gebouwd, en dat ik het merk nooit ga achterhalen. Maar in ieder geval fijn nu een duidelijke datering te hebben!
Hopelijk na de huidige crisis kan ik deze fiets weer eens mee laten rijden met leuke toertochten.