Germaan mohawk van Maurice uit 1941 deel 2: Demontage van de voorvork

De voorvork zat vast in het stuur. Met WD40 en remmenreiniger langs het stuur een paar dagen in laten werken. Daarna kwam het met veel draaibewegingen los. Helaas was de schroefdraad zodanig beschadigd, dat de vorkbuis vervangen moest worden.

Vervolg op:
Germaan mohawk van Maarten
Germaan mohawk van Maurice uit 1941

Gazelle uit 1929 van Abram deel 4: bezoek

Bij Abram was achterkleinzoon van de fietsenmaker Aart Janse op bezoek geweest om naar de fiets te kijken:

Ook had hij nog het een en ander bij zich, om te beginnen nog een duiderlijker dealer plaatje:

Helaas niet duidelijk, maar foto van Aart Janse als beschreven hierboven:

Aart en Neeltje

En informatie over Aart Janse:

“Aart Janse werd op 18-2-1877 in Nieuw-Lekkerland (Alblasserwaard) geboren. Na zijn schoolopleiding werd hij scheepstimmerman. Op 12-01-1906 trouwde hij met Neeltje van den Hoven uit Groot Ammers (Alblasserwaard) en ging hij ook in dat dorp wonen. Ze kregen 4 kinderen nl. zonen Bram, Wim André en Ees. In datzelfde jaar begonnen ze samen een zaak. Ze verkochten en repareerden fietsen, maar verkochten ook heel andere zaken zoals kinderwagens. Daarnaast verhuurden ze radio’s die in het dorp werden uitgezet en waarbij de huur wekelijks werd opgehaald. Zijn vrouw Neeltje was een echte zakenvrouw. Zij deed meestal “de handel”. Aart was de man met twee rechter handen en was de echte vakman. De zaken gingen goed en in 1915 werd Aart Janse officieel door De Kampioen aangesteld als Bondsrijwielhersteller. Naast fietsen werden er ook bromfietsen verkocht een gerepareerd. Op de foto van zijn zaak uit 1915 staat hij in de deuropening. De andere mensen waren personeelsleden.

De man op de bromfiets is Klaas van der Wal. Hij begon later voor zichzelf met een autobedrijf en was de oprichter van autobedrijf van der Wal & Zonen, nu gevestigd in Langerak, een dorp ten oosten van Groot Ammers.

Aart Janse en zijn vrouw Neeltje gingen voortvarend te werk en bouwden hun zaak verder uit. Er werd een autobus aangeschaft en op 17 januari 1928 kregen zij vergunning van Gedupeerde Staten om lijndiensten te onderhouden tussen verschillende plaatsen in de nabije omgeving, maar ook zelfs naar ‘s-Hertogenbosch.

Inmiddels waren ze ook begonnen met het verkopen van personenauto’s. Zij verkochten auto’s van het merk Fiat, die werden geleverd door de toenmalige importeur J. Leonard Lang uit Amsterdam. Al op 28 januari 1928 werd een Fiat 520 door hen geleverd aan dhr. J.J. Bouter in Groot-Ammers.

In 1946 verkreeg men het officiële dealerschap voor het merk Fiat.

Aart Janse heeft dit niet meer mee mogen maken. Hij overleed, na een ziekbed, 0p 22-09-1944 en werd begraven op de Algemene Begraafplaats van Groot-Ammers. Zijn sterven kwam op het moment dat het nog volop oorlog was. Door deze omstandigheden kon er geen sprake zijn van een grote rouwstoet: men mocht niet in een lange colonne rijden. De stoet moest gesplitst worden en de twee kleinere colonnes reden afzonderlijk via verschillende wegen naar de begraafplaats.

De zonen Wim en André hebben daarna het bedrijf overgenomen en dit voortgezet tot 1995. In hun periode kwamen er touringcars waarmee o.a. vakantiereizen werden georganiseerd en werden er ook tractoren en vrachtwagens verkocht. Op een gegeven moment wilde men zich nog alleen maar bezighouden met de verkoop van personenauto’s en werden de andere activiteiten afgestoten. Men concentreerde zich uitsluitend op het dealerschap van Fiat. Naast de vestiging in Groot-Ammers, kwam er in 1963 een 2de vestiging in Gorinchem. Nadaat zij in 1995 stopten, werd het bedrijf voorgezet door hun zonen, dus de kleinzonen van Aart Janse, nl. Aart en Theo, zonen van André en hun neef Ap, zon van Wim. De volgende generatie, de kinderen van deze kleinzonen, hadden geen interesse in het bedrijf en daardoor waren er dus geen opvolgers meer. In 2008 is het bedrijf verkocht aan de plaatselijke VW/Audi dealer in Gorinchem.

Groot-Ammers, 10 januari 2022

Additioneel:

Aart Janse en zijn vrouw Neeltje kochten al ver voor de 2de wereldoorlog een zogenaamde “gezelligheidsfiets”, merk Wolff American. Op deze fiets zat men naast elkaar i.p.v. achter elkaar zoals bij een tandem.

Een vergelijkbare Wolff American & Co. 1896

Deze fiets had als bouwjaar 1896 en werd geproduceerd in de Verenigde Staten. Volgens de officiële registratie is deze waarschijnlijk in 1900 geimporteerd. Aart Janse begon zijn zaak in 1906 en heeft daarom deze fiets waarschijnlijk niet zelf geimporteerd, maar later in de groothandel gekocht. Het is niet bekend of er veel van deze fietsen zijn verkocht.

Een van de zonen (zoon Wim) volgde in de jaren 30 van de vorige eeuw, d.w.z. voor de 2de wereldoorlog, een opleiding aan het Instituut voor den Autohandel in Driebergen: de oprichter en directeur van dat instituut was de heer G. Riemer. Aan dat instituut was ook een Automuseum verbonden. Kort voor de oorlog hebben Aart Janse en zijn vrouw Neeltje deze fiets geschonken aan het Automuseum Driebergen. Daar is deze jarenlang tentoongesteld met daarbij een bordje met de vermelding van deze schenking door de familie Janse.

Toen het museum werd opgeheven is de collectie auto’s en fietsen verhuisd naar het toenmalige automuseum in Raamsdonkveer, waar ook deze fiets tentoongesteld werd. Weer een aantal jaren later is de gehele collectie overgenomen door het huidige Louwman Museu, in Den Haag inclusief de “gezelligheidsfiets”.

Of deze fiets daar ook nu nog tentoongesteld wordt, is niet bekend. Het zou ook kunnen dat de fiets, zoals met zoveel andere zaken, in een opslagruimte wordt bewaard.

Vervolg op:
Gazelle uit 1929 op marktplaats
Gazelle uit 1929 van Abram
Gazelle uit 1929 van Abram deel 2: speurtocht naar herkomst
Gazelle uit 1929 van Abram deel 3: klaar!

Doortrapnaven en balhoofden

De afgelopen dagen lekker aan het puzzelen geweest. Ik heb een flink deel van de onderdelen voorraad van Abram overgenomen, waaronder balhoofden, trapassen en weer een transport doortrapper naaf. Ik heb nu van de 5 Fichtel & Sachs doortrap naven er in ieder geval 3 kompleet en werkend kunnen maken:

De achterste was al opnieuw vernikkeld door Abram. De andere twee zijn ook van Abram afkomstig. Eentje was al kompleet (jaren ’30), maar heb ik even de lagers nagekeken, en opnieuw gesmeerd. De andere was een lege huls uit de jaren ’20. Daar heb ik het binnenwerk uit een andere naaf ingezet (uit deze), waarvan de schroefdraad voor het tandwiel helaas niet bruikbaar is (er is een kleiner schroefdraad op getapt, waardoor tandwielen niet passen). Die naaf blijkt toch ouder dan de as en conussen deden vermoeden. Die gaven namelijk 1929 als jaartal. Maar de cups zijn uit 1924 en 1925. Dus was die as er pas 4 jaar later ingezet, of was die gewoon niet origineel? In ieder geval waren de cups zeker origineel, want de olie geleidende buis zat er nog in en was onbeschadigd.

Verder nog wat aan het puzzelen geweest met een doos balhoofden. Ik heb nog niet zoveel verstand van de maten die werden gebruikt. Maar ik meet binnenbalhoofdbuis diameters van 30, 32.2 en 33mm onder de balhoofden. Wat precies waarbij hoort is een beetje gokken, met name de bovenmoeren. Maar dit lijkt het meest waarschijnlijke:

Twee setjes zijn nog NOS, een nikkelen en verchoomde set. Bij de nikkelen set zijn twee delen wel flink roestiger dan de rest, dus mogelijk niet origineel onderdeel van die set. Verder nog wat los spul:

En verder nog een partij trapassen, normaal en transport gemengd. Hier zoals ik ze net had uitgepakt, en al even aan het puzzelen geweest om wat assen kompleter te maken:

Ook wat aparte inslag cup maten. Naast de welbekende 40, 45 en 45.4mm, ook 41, 42, 42.7 en 44mm. Ook enkele hele grote BSA cups (helaas geen 36mm voor Magneet stafietsen), waarvan eentje al naar Charles is vertrokken.

Verder nog een aantal kettingschermen, maar die heb ik nog niet uitgepakt.

Jeroen