Het rek is inmiddels gerepareerd. Er was een klinknagel gebroken, omdat het rek dubbelgevouwen was. Ik heb de klinknagel doorgeboord, en er schroefdraad in getapt. Bout erin, afgezaagd en bijgevijld. Als daar wat owatrol met een beetje zwarte lak op zit zie je er niets meer van.
Ik heb dit rek al best lang liggen, wat ik net als het rek van de Estafette in de lak kan zetten. Maar ik vind het juist erg mooi dat het zo verouderd is. Het doet niets af aan de degelijkheid of de duurzaamheid. Om het wat donkerder te krijgen heb ik er een klein beetje zwarte lak door (de owatrol) gemengd. Het rek is nu aan het drogen.
Er kan inmiddels mee worden gefietst, maar hij is nog niet klaar. Ik wilde eerst even zien of het allemaal mooi in elkaar te passen was. Het voorspatbord ging er zo in, maar het achterspatbord had te veel ruimte boven de band. Daar moet een afstandhoudertje tussen bij het mannetje in de staande vork.
Een heel mooi en handig priemetje om gaatjes in spatborden te meppen.
Door de kartels scheurt het blik niet.
Het opstaande randje heb ik bijgevijld.
Het mannetje in de staande achtervork zit iets te hoog. Er moet daar een afstandhoudertje voor gemaakt worden.
Geimproviseerde reparatie. Daar moet weer een klinknagel doorheen.
Door het hoekprofiel kunnen de zijsteuntjes aan de binnenkant gemonteerd worden.
De boutjes die erin zaen braken af tijdens het demonteren.
Het is nog niet klaar, maar het begint er al op te lijken.
Het Rijwiel de 1928 Gazelle Transport (framenummer 277318) is bijna klaar:
Ik heb de fiets gemonteerd en moet het nog nalopen en verbeteren, maar ik kon toch het geduld niet opbrengen om alvast foto’s te sturen met het resultaat.
Het begon als overgenomen een frame met een latere vork voor een hoger frame. Met een trapas en het stuur er zaten spatborden bij (zie de fiets in eerdere staat in dit artikel: Gazelle uit 1928, red.).
Het is een 61 cm hoog frame gebouwd voor een remnaaf. Hierin heb ik nu een transport remnaaf gemonteerd uit 1934.
Ik was dus bezig in samenwerking met de plaatselijke smid om het rek aan te passen. Ik had de maten van de foto’s overgenomen en dat was wel goed te doen ware het niet dat ik wat later tegen het origineel aan liep.
En Charles heeft ooit voor mij dit prachtige voorwiel gemaakt. Tevens was Charles zo vriendelijk mij deze buitenbanden op de foto’s te lenen. Bij de afmontage wilde ik een pomp monteren met pomphouders en achter een reflector, maar zo bezig vond ik het Rijwiel te druk worden.
Ik wilde zoveel mogelijk ook de patina behouden wat wel goed gelukt is.
Maar net als veel andere projecten moet je compromissen sluiten en soms wat afwijken zo ook met de spatborden. Er zaten crancks bij maar dat waren niet de goede en ze waren passend gemaakt.
Volgens mij staat hier 1928 het staat in de stuur buis.
Ronald heeft een mooie vondst gedaan, een bakfiets die al minstens 70 jaar op zolder heeft gestaan. De bakfiets blijkt een Juncker uit 1929 te zijn! En de originele bak zit er zelfs nog op. Volgens Ronald:
“Nou de bakfiets is eerlijk niet meer gebruikt nadat het achter wiel kapot ging daarna brak de oorlog min of meer uit en heeft deze schijnbaar altijd boven op zolder gestaan van de boerderij. Daarvoor was hij alleen maar gebruikt voor melkbussen te vervoeren naar de rand van de weg.”
Op het achterwiel en de banden na is deze nog kompleet. Voor de foto’s zit er even een ander achterwiel in:
Trekhaak aan de voorkant:
De voorkant van de bak is ooit aangepast. De bak is aan de voorkant afgezaagd (resten van de vinger verbinding nog aanwezig) en er een klep voor geplaatst:
Gat voor de tap van de melkbus nog aanwezig:
Op de schuine buis zat een naamplaatje. De vorige eigenaar was overtuigd dat het een Kestein was uit Rotterdam. Maar na wat poetsen kwam de naam Jüncker tevoorschijn:
Het is ook nog Jüncker met umlaut. Dat was de eerste aanwijzing voor de datering, aangezien vanaf 1930 de umlaut weggelaten werd.
De volgende aanwijzing was het framenummer:
Hier bij staat M voor zover we tot dusver weten voor 1929.
Echter, op de trapas delen vondt Ronald het volgende:
Hier staat L en 29, dus ook 1929. Zou het kunnen zijn dat Juncker van letter wisselde per seizoen, in plaats van aan het eind van het jaar, waardoor zowel L als M in 1929 kunnen vallen?
In ieder geval een mooi, maar zwaar versleten Juncker trapas, met het Juncker logo van leeuw met kroon. Een van de cups was ooit al vervangen. En vrij waarschijnlijk de crank met kettingblad ook, omdat het geen model is dat in de Juncker prijscouranten te vinden is:
Bijzonder is dat deze bakfiets al uitgerust was met de zogenaamde “Juncker rem“. Het remsystem is nog aanwezig, maar het wiel met bijbehorende naaf ontbreekt helaas:
De Juncker rem was een rem-band, die strak getrokken werd om een wiel dat aan de naaf vastzat. Het is niet een rem die alleen door Juncker is gebruikt, het kinderfietsje van mijn dochter heeft het ook 🙂
Een bakfiets die relatief in de buurt komt van Juncker is deze uit de folder van 1928/1929:
Heel herkenbaar is ook het stuur. Die is het zelfde als de bakfietsen van W.K.C., die Juncker tot 1926 importeerde (en daarna A. Druyf). Waarschijnlijk is dat stuur ook geleverd door W.K.C.
In de folder staan ook de platgesmede spatbordstangen vermeld. Die zitten er nog op, met mooi gesmeedde oogjes:
De bakvastzetter lijkt eigenbouw:
Het ziet er wat riskant uit. Ik zie namelijk niets dat voorkomt dat deze door trillen uit zichzelf naar beneden zou kunnen schuiven tijdens het rijden.
Mooie pedalen:
Nog wat verdere details:
Tot slot nog een oude foto van een bakfiets die er wel heel sterk op lijkt:
Het framenummer is heel kenmerkend. Niet op de zadellug, maar op de lug daaronder. Dat ben ik nu al twee keer eerder tegengekomen, waaronder deze. Ook heel typisch voor deze frames zijn een trapashuis met BSA type trapas, maar zonder klembouten of klemspietjes. De cups worden vastgezet met borgring, net zoals bij latere BSA trapassen.
Op de voorvork:
Het ACS logo betekent dat deze van 1936 of eerder is. In 1935 werd het overgenomen door Kronprinz, en vanaf dat moment RHC.
Het nummer 188 staat ook op de linker crank:
En nog letters op de buitenkant, maar die zijn niet goed zichtbaar.
De rechter crank is best interssant, los van dat het precies het exemplaar is van Juncker uit 1928. Het kettingwiel zit op de crank geschroeft, en geborgd met een borgmoer:
Op het kettingblad staat BTS Williams. Dit heeft blijkbaar geen relatie tot de wel bekende Williams kettingbladen, want het typische Williams logo ontbreekt. Wel staat er een kroontje op: