Gazelle uit 1929 van Abram deel 2: speurtocht naar herkomst

Op de Gazelle van Abram uit 1929 zat nog het dealerplaatje:

Hierop staat “A. Janse, Rijwielhandel, Groot-Ammers”. Dat geeft natuurlijk een prachtig aanknopingspunt voor een online speurtocht.

Groot-Ammers ligt in Zuid-Holland, tegenover Schoonhoven:

https://goo.gl/maps/i1Gp1UnZBHWyLKfn6

Gelijk ook de oude telefoonboeken ingedoken op Delpher. In deze uit 1932 gevonden:

Verder online kwam ik A. Janse ook tegen in “De Kampioen” in 1916:

En in 1915 vermelding in “De Kampioen” dat Aart Janse was aangesteld als rijwielhersteller:

En nog een melding van een oorkonde tijdens te 2de wereldoorlog, waarbij Groot-Ammers veel betrokken was bij het verzet, en onderduiken van Joden, de details van de oorkonde zijn niet bekend:

https://www.facebook.com/hcmolenlanden/posts/589277368462933

Maar het mooiste van al, deze oude foto kwam ik tegen op facebook (zie post):

Geheel rechts staat Aart Janse. De foto dateert van rond 1915 (zie bijvoorbeeld de Berko verlichting op de fiets met dubbele bovenbuis), een aangezien Aart Janse begon als rijwielhersteller in 1915 (zie De Kampioen herboven). Een goede kans dat deze foto daarmee uit 1915 stamt, genomen tijdens de opening van zijn bedrijf. Update: dit is nog meer bevestigd door informatie over de rijwielen via discussie op De Oude Fiets. De motor heeft een kenteken dat is vrijgegeven in 1912-1915. De fiets in de etalage is een Gazelle, een model met balhoofdslot dat Gazelle tot 1915/1916 heeft gebruikt.

Dit bedrijf zat aan Sluis 27, Groot-Ammers. Op het raam staat Kerkstraat, maar mogelijk is dat een andere locatie die hij in beheer had. Het pand bestaat nog steeds, en is te zien via Googlemaps.

Aart Janse was overleden op 22 september 1944.

De fiets is door Abram gekocht in Meerkerk. Dat ligt slechts 15km ten oosten van Groot-Ammers. De fiets is dus al die tijd in hetzelfde gebied gebleven als waar hij is gekocht.

Vervolg op:
Gazelle uit 1929 op marktplaats
Gazelle uit 1929 van Abram

Gazelle uit 1929 van Abram

Abram had de Gazelle uit 1929 die recent op marktplaats stond overgenomen, en is begonnen met de restauratie.

De fiets heeft lang buiten gestaan. Dit heeft de nodige schade opgeleverd, maar is desondanks in goede staat voor een fiets van die leeftijd, met veel originele onderdelen.

De achternaaf is een Transport Torpedo uit 1928. Dat is een best zeldzame naaf. Er is er bij mij maar een ander exemplaar van bekend.

Typisch is dat bij de transportversie, de enkele nok op de remhevelconus langer is toegepast dan bij de toerfiets Torpedo naven. Daar was deze rond 1925 al vervangen door het latere model.

Deze conus is helaas versleten, dus Abram zoekt naar een vervangend exemplaar van dit model.

Zelfs het tandwiel is nog origineel:

Details van de trapas, crankstel & kettingwiel:

De framedelen zijn geschuurd en in de blanke lak gezet, met zoveel mogelijk behoud van de originele lak:

Het originele oude model voordrager van Gazelle, die nog op de fiets aanwezig was:

De achtervelg was goed doorgerot. Gelukkig had Abram nog een vervangende Kronprinz transportfiets velg uit de jaren ’20.

De onderdelen zijn klaar voor assemblage:

Göricke circa 1928-1930

Met dank aan Abram voor het lenen van deze prijscourant. Niet alleen zeer duidelijke afbeeldingen van de Göricke transportfiets en bakfiets, maar ook van alle delen waaruit de transportfiets bestond. Op prijscourant staat geen datum. Maar bij de transportfiets staat dat net het miljoenste rijwiel is afgeleverd. Volgens de grafiek op Fahrradsammler.de, moet dat ergens tussen 1928 en 1930 zijn geweest. Voor 1928 adverteerde Kestein nog met geimporteerde Göricke transportfietsen. Maar Kestein leverde vanaf 1928 hun eigen model transportfiets. Deze Göricke folder blijkt dus los van Kestein te staan.

Wat opvalt is dat de achterpadden niet meer ingesoldeerd zijn, zoals bij de Göricke van Charles. En ook dat de transportfiets zowel met BSA als met Thompson-achte trapas werd geleverd. De cranks waren dan wel nog een soort klokkenlager of glockenlager, maar dan met spieverbinden (zogenaamde keil-glockenlager), net als bij W.K.C./vroege Maxwell transport- en bakfietsen.

Click op de afbeeldingen voor volledige grootte:

En de bakfiets:

Nog uitgevoerd met blokketting! En bandrem:

Juncker bakfiets van Ronald uit 1929 deel 2

Bij het schuren van de bak kwam nog de oorspronkelijke tekst te voorschijn: “RHOON …. BATAAFSCHE IMPORT MIJ”. De Bataafsche Import Maatschappij is de voorloper van Shell. De naam kwam in 1925 in gebruik.

Dat maakt het vrij waarschijnlijk dat het een petroleum bakfiets is geweest, zoals het voorbeeld op deze foto:

Nog een interessant detail op de remhevel, de octrooi aanvraag nummer 44097 voor de Juncker rem:

Op het zadel blijkt het Juncker logo van leeuw boven een kroontje te staan. Dus dit zadel is zeker origineel, en blijkbaar een Juncker zadel:

Ronald vond ook nog in de Juncker prijscourant uit 1929 goede afbeeldingen van de achternaaf met Juncker rem. Hij zoekt dus nog deze naaf met dubbel schroefdraad (nr. 3028) en het remwiel (nr. 3755):

Vervolg op:
Juncker bakfiets van Ronald uit 1929

Juncker bakfiets van Ronald uit 1929

Ronald heeft een mooie vondst gedaan, een bakfiets die al minstens 70 jaar op zolder heeft gestaan. De bakfiets blijkt een Juncker uit 1929 te zijn! En de originele bak zit er zelfs nog op. Volgens Ronald:

“Nou de bakfiets is eerlijk niet meer gebruikt nadat het achter wiel kapot ging daarna brak de oorlog min of meer uit en heeft deze schijnbaar altijd boven op zolder gestaan van de boerderij. Daarvoor was hij alleen maar gebruikt voor melkbussen te vervoeren naar de rand van de weg.”

Op het achterwiel en de banden na is deze nog kompleet. Voor de foto’s zit er even een ander achterwiel in:

Trekhaak aan de voorkant:

De voorkant van de bak is ooit aangepast. De bak is aan de voorkant afgezaagd (resten van de vinger verbinding nog aanwezig) en er een klep voor geplaatst:

Gat voor de tap van de melkbus nog aanwezig:

Op de schuine buis zat een naamplaatje. De vorige eigenaar was overtuigd dat het een Kestein was uit Rotterdam. Maar na wat poetsen kwam de naam Jüncker tevoorschijn:

Het is ook nog Jüncker met umlaut. Dat was de eerste aanwijzing voor de datering, aangezien vanaf 1930 de umlaut weggelaten werd.

De volgende aanwijzing was het framenummer:

Hier bij staat M voor zover we tot dusver weten voor 1929.

Echter, op de trapas delen vondt Ronald het volgende:

Hier staat L en 29, dus ook 1929. Zou het kunnen zijn dat Juncker van letter wisselde per seizoen, in plaats van aan het eind van het jaar, waardoor zowel L als M in 1929 kunnen vallen?

In ieder geval een mooi, maar zwaar versleten Juncker trapas, met het Juncker logo van leeuw met kroon. Een van de cups was ooit al vervangen. En vrij waarschijnlijk de crank met kettingblad ook, omdat het geen model is dat in de Juncker prijscouranten te vinden is:

Bijzonder is dat deze bakfiets al uitgerust was met de zogenaamde “Juncker rem“. Het remsystem is nog aanwezig, maar het wiel met bijbehorende naaf ontbreekt helaas:

De Juncker rem was een rem-band, die strak getrokken werd om een wiel dat aan de naaf vastzat. Het is niet een rem die alleen door Juncker is gebruikt, het kinderfietsje van mijn dochter heeft het ook 🙂

Een bakfiets die relatief in de buurt komt van Juncker is deze uit de folder van 1928/1929:

Heel herkenbaar is ook het stuur. Die is het zelfde als de bakfietsen van W.K.C., die Juncker tot 1926 importeerde (en daarna A. Druyf). Waarschijnlijk is dat stuur ook geleverd door W.K.C.

In de folder staan ook de platgesmede spatbordstangen vermeld. Die zitten er nog op, met mooi gesmeedde oogjes:

De bakvastzetter lijkt eigenbouw:

Het ziet er wat riskant uit. Ik zie namelijk niets dat voorkomt dat deze door trillen uit zichzelf naar beneden zou kunnen schuiven tijdens het rijden.

Mooie pedalen:

Nog wat verdere details:

Tot slot nog een oude foto van een bakfiets die er wel heel sterk op lijkt: