Update militaire transportfiets van Rob

Tijd voor een update! Het is een tijdje stil geweest maar er is inmiddels al veel gebeurd. Als eerste heb ik een paar technische problemen opgelost. De trapas hoort een BSA type te zijn, maar was vervangen door thompson as. De schroefdraad was daardoor flink beschadigd. Heel voorzichtig heb ik de schroefdraad met behulp van een paar tappen weer schoon gekregen, de cups draaien er nu gelukkig weer goed in. Er zit nu een BSA trapas van 140 mm in, dat geeft ruim voldoende ruimte dus ik denk dat er geen langere in heeft gezeten.

Van het balhoofdstel is het onderste lager in slechte staat. De vorkconus is zo slecht dat ik daar een vervanger voor heb gezocht, een NOS exemplaar van Batavus met een V-vormige lagerschaal die de kogels hopelijk in het gareel houdt. Het draait, maar helemaal spelingvrij wordt ie niet meer.

Verder heb ik een paar originele onderdelen kunnen scoren: een zeer roestige, verwrongen en overgeverfde maar zeker originele voordrager bij bikestoremember (echt een gelukje).

En een legerzadel dat ik over kon nemen van een gewaardeerd lid de Oude Fiets. Twee veren en een onderdeel van de strop zijn niet origineel, je kan niet alles hebben. Met de lak die op het zadel zit kon ik bij een verfhandel wel de juiste kleur lak laten mengen, met behulp van een enorm stalenboek.

Ook heb ik een stel houten handvaten in legergroen gevonden op MP, maar ik vraag me af of die origineel zijn, ze zijn veel grijzer groen.

Meer onderdelen kon ik jammer genoeg niet vinden, daarvoor heb ik dus vervangende onderdelen gezocht die zo goed mogelijk lijken: twee achternaven van Sturmey Archer vanwege een gelijke inbouwbreedte voor en achter, twee transportvelgen en natuurlijk spaken die inmiddels ook legergroen zijn gelakt en tot wielen gespaakt.

De spatborden komen van een donor-transportfiets, de schroefgaten passen precies. Ze zijn inmiddels kaal gemaakt en in de menie gezet. Een goed gelijkend stuur met remstangen komt van markplaats, verchroomd maar zo verroest dat je het chroom er zo af pelt, dus da’s makkelijk. En dan heb ik nog remstangen bij elkaar gezocht tot passend en functionerend geheel. Alle onderdelen aan het frame gehangen geven al een aardig beeld van de fiets in wording.

Pedalen ontbreken hier nog, daarvoor heb ik een paar zeer zwaar uitgevoerde Phillips transportpedalen gevonden. Vredestein transportbanden en een Wipperman ketting komen uit de voorraad.

Het frame heb ik inmiddels voorzichtig kaal gekrabd in de hoop nog originele lak te vinden. Dat is ook wel gelukt, maar het stelt niet veel voor. Nog veel restanten van originele grondlak/ menie, maar héél weinig lakresten. Wel vond ik nog een vlekje rood op bovenste balhoofdlug, een streepje wit met wat rood op overgang naar balhoofdbuis en een vlekje blauw op onderste balhoofdlug; de kleuren van de Nederlandse vlag!

Op bovenste balhoofdconus zit ook een restantje rode verf, het balhoofd is dus ook origineel wat ik nog niet zeker wist. Op de voorvorkbuis, het crankstel en de zadelpen zitten ook nog restanten legergroen over rode menie.

Het dragertje heb ik kaal gemaakt met afbijt, er zitten zo veel diepe roestputten in dat het anders niet te doen was. Tot mijn verassing kwamen hier desondanks nog resten originele lak te voorschijn, op een van de profielen zelfs zo veel dat ik dat ga behouden.

Ik heb ‘m in de owatrol gezet, daarna ga ik ‘m nog lakken, behalve dat ene profiel. Al met al is eigenlijk nog best veel origineel; frame, vork, balhoofd, crankstel, zadelpen, zadel, dragertje en mogelijk nog handvatten.

Nog in de planning: Stuur ontchromen, ontroesten en in menie zetten. Gelukkig kon die nog uit elkaar zodat ik niet alles vast verf…. Met de remstangen moet dat ook gebeuren. Het frame zet ik in de owatrol om de originele rode menie te behouden. Dan alles nog lakken en dan kan de fiets in elkaar worden gezet. Ik mis hier en daar nog wat schroeven en ringen maar dat komt wel goed. Hopelijk is de fiets voor het begin van de winter klaar.

Zoals hij er mogelijk ooit uitzag, en voorbeeld voor de reconstructie (red.):

Zie eerder artikel voor de identificatie van het frame als militaire transportfiets: Zeer oud transportfiets frame van Rob

Mysterie frame met ingesoldeerde achterpadden van Rob

Al weer enige weken geleden heb ik het “Bijzonder frame met ingesoldeerde achterpadden op marktplaats” overgenomen van Marcel.

Gewoon omdat ik nieuwsgierig was naar wat het merk en bouwjaar zou kunnen zijn. De afgelopen weken heb ik (te?) veel tijd besteed aan het doorspitten van deze site op deze site en die van De Oude Fiets, maar tot nu toe geen succes, ik heb geen idee! Ik schat ergens rond 1920, +/- een jaar of 10, maar verder……. Er zijn ook maar weinig aanknopingspunten, aangezien er geen originele onderdelen meer op zitten. De trapas is een moderne cartridge-as en ook de vork en het balhoofd zijn niet origineel. De vork is een veel te slappe toervork, bovendien is hij afgezaagd en omdat de draad daardoor te kort was geworden is er extra draad op getapt. De balhoofdcups zijn een paar tiende mm te klein, de onderste viel zo uit het frame en de bovenste was vastgezet met een stukje blik. Het frame heeft wel een paar typische kenmerken waaruit wellicht afgeleid zou kunnen worden wat het merk en bouwjaar zouden kunnen zijn, dus hopelijk kan iemand me nog verlichten. In ieder geval heeft het frame een hoog framenummer, 105849, ingeslagen aan de linkerkant van de zadellug, van onder naar boven.

De achterpadden en ook de bovenste uiteindjes van de staande achtervork zijn ingesoldeerd. Ik heb zulke nog niet eerder gezien. De uiteinden van de buizen eindigen in een soort kwart kogels die onderdeel zijn van de padden.

Dergelijke padden, maar dan zonder oogje, staan oa in de onderdelenfolder van Juncker uit 1910 als ‘Duitsche lugs voor binnensoldeering’ en ook in een folder van de Duitse groothandel AMO uit de jaren ‘20. Omdat ze heel anders zijn dan de Engelse BSA en Brampton padden ga ik er van uit dat ze Duits zijn.

De brackethuls is daarentegen voor een BSA as, met trekbouten aan de onderkant. Daartussenin is ‘162’ ingeslagen.

De balhoofdbuis 30,1 mm diameter, voor een vorkbuis met de standaarddikte van 25,2 mm. De liggende achtervork is heel smal, de trapas die er nu in zit is maar 136 mm lang maar er is nog meer dan genoeg ruimte voor de cranks. De inbouwbreedte voor het achterwiel is 110 mm. Verder vond ik het rechte buisje dat als mannetje in de staande achtervork dient wel typisch.

De vork die er bij zat kan natuurlijk niet, dus maar weer MP op en daar vond ik eigenlijk meteen een ‘voorvork uit de jaren 20’, met aangesoldeerde oogjes vlak boven de voorwielpadden en een dikke schroef aan de voorkant van de kroon.

Dat deed mij denken dat die wel eens voor een transportfiets zou kunnen zijn, of anders wellicht voor een hulpmotor, maar in ieder geval verzwaard. Navraag naar de maten bevestigde dat, hij heeft een zware en extra brede vorkkroon, maar wel een buis van 25,2 mm. Als kers op de taart zit er een prachtig oud Engels balhoofdstel bij. Merk: geen idee, dus ik vond deze ‘mystery vork’ wel mooi bij het ‘mystery frame’. De cups passen perfect in het frame, helaas is de vorkbuis net iets te kort om nog plaats te bieden voor de borgmoer maar gelukkig lijkt hij zonder ook wel op z’n plek te blijven zitten. Het geheel ziet er uit alsof het er nooit af is geweest.

Pure fantasie natuurlijk, maar het ziet er wel mooi uit zo . Om deze post mooi af te ronden heb ik er even een paar oude wielen, stuur, zadel en crankstel aan gehangen zodat het een beetje op een fiets lijkt die zo uit de schuur komt.

Mogelijk jaren ’20 R.S. Stokvis/Nederlandsche Kroon van Peter

Dit is een van de fietsen van Peter Bakker, of wat er nog van over is. Het frame, stuur en voorvork en trapas zaten nog bij elkaar. De spatborden en wielen kwamen mee met een hele partij die Peter had overgenomen, maar niet bekend of ze bij dit frame horen.

De fiets viel op, omdat hij ingesoldeerde achtepadden heeft. Niet alleen dat, er staat ook een GWH tekentje met daarnaast 360, en een framenummer op zijn kant op de achterpad, precies zoals dit frame van Rob, wat een R.S. Stokvis/Nederlandsche Kroon blijkt te zijn uit de jaren ’20.

Meer details van de fiets:

Göricke van Sjoerd uit 1921!!!! De oudste transportfiets!

Ik had al een hint gegeven bij het posten van de advertenties van Göricke, en het is inmiddels bevestigd: de fiets met inwendige lugs van Sjoerd blijkt een Göricke te zijn, geimporteerd door Kestein. Het framenummer is 531758, en daarmee komt hij uit 1921, mogelijk 1920 volgens deze tabel. Ik heb Herbert Kuner er ook aandachtig naar laten kijken, en hij bevestigt de identificatie. Dus deze transportfiets van Sjoerd is daarmee de oudst bekende transportfiets (bestemd voor de Nederlandse markt)!

En de fiets zoals die uit de fabriek kwam:

Deze Göricke transportfietsen werden speciaal gebouwd voor de Nederlandse markt en geimporteerd door Kestein.

Het vermoeden bestond al dat het een oude fiets was, door de ingesoldeerde achterpadden, en de afwijkende framebouw.

De eerste aanwijzing dat het een Göricke is, is de bouw van het frame. Het frame is gebouwd met interne lugs, zogenaamde onzichtbare verbindingen. Ik ken drie merken die dat toepastten, Klaas Baving (zie folder uit 1914), R.S. Stokvis Cosmo (zie advertentie uit 1924), en de bovenstaande Göricke uit 1921 en 1922.

Wat typisch is voor de Göricke, is de enkele uitwendige lug voor de verbinding tussen de onderste bovenbuis en de zadelbuis. Niet alleen heeft de fiets van Sjoerd dit ook, hij heeft ook de afschuiningen van de lug.

Het framenummer komt ook overeen, kwa positie, orientatie en stijl cijfers, met de Göricke van Charles uit 1925. Het framenummer van de fiets van Sjoerd:

En die van Charles:

Het eerste cijfer van het framenummer van Sjoerd was nog onduidelijk of dat een 5 of 6 was, maar Sjoerd heeft inmiddels bevestigd dat het een 5 is.

De advertentie toont ook een stuurvergrendelingsknop. Dit zie je maar zelden bij transportfietsen, en is naast de Göricke uit 1921/1922 alleen nog bekend bij Rivertown 1924. Bij latere transportfietsen komt het niet meer voor. Bij de fiets van Sjoerd is de knop verdwenen, maar het gaatje ervoor is aanwezig.

Wat nog wat twijfel gaf, was de voorvork. De voorvork van de fiets van Sjoerd is geheel glad. De advertentie toont een bredere voorvork kroon.

Ik heb meerdere voorbeelden gevonden van duitse Göricke fietsen uit de jaren ’20, die een vergelijkbare gladde voorvork hebben, waarbij de bovenkant is vernikkeld, zoals dit voorbeeld uit 1924:

De voorvork past dus echt bij Göricke. De advertentie is een tekening op basis van een foto, dus dit kan een wat vertekend beeld geven.

De verdere details van deze fiets zal ik hier nogmaals herhalen:

Zoals te zien is er veel aan de fiets vervangen in de loop der tijd, zoals het stuur, voordrager (van het merk “Standaard”, dat bestond vanaf 1926), crankstel etc. Dit is ook verwacht voor zulke oude transportfietsen.

Sjoerd schreef over de herkomst van de fiets:
“De Göricke stond in een boerenschuur in Kotten, vlak bij de Duitse grens. De voormalige boerderij is nu een uitspanning. Een goede kennis hier uit het dorp die ook interesse in oude fietsen heeft was daar gaan zitten om wat te drinken. Hij kwam met de vrouw die hem bediende aan de praat over oude fietsen en toen vertelde ze dat er nog een twee oude in de schuur stonden die van een oudoom waren geweest. Hij heeft die toen gekocht zonder een idee te hebben wat voor merk en hoe oud ze waren. Hij had er echter thuis geen plaats voor dus toen heb ik ze van hem overgenomen. De andere fiets bleek een herenfiets te zijn van begin jaren dertig. En de transportfiets was nog ouder weten we nu!”

En daarmee komt hij op de eerste plaats van De oudste transportfietsen van voor 1930.

Bijzonder frame met ingesoldeerde achterpadden op marktplaats

Dit is wel een heel apart exemplaar met ingesoldeerde achterpadden, dus waarschijnlijk ook jaren ’20 of ouder. Zie die achterpadden met aparte oogjes voor de spatbordstang. Ook de voorvork is heel apart. Ik herken hem niet. Iemand enig idee?