De Germaan die via het forum van de oude fiets werd aangeboden staat inmiddels bij mij. Het blijkt een fiets in zeer originele staat te zijn. Alleen het achterlicht is vervangen.
Rielewiel rek, Wippermann pedalen, Vredestein banden en een zadel met het stempel ‘Germaan’.
Er is hier en daar wat speling te voelen maar niets is echt versleten. De fiets heeft wel een klap gehad. Dat is te zien aan de staande achtervork en de slagen in de wielen maar niets onomkeerbaars gelukkig. Alle spatbordsteuntjes en de spatborden zijn evenals het kettingscherm nog heel.
De fiets heeft dus eigenlijk alleen maar een grondige servicebeurt nodig.
De Göricke/Frankenstein heeft weer wat mooiere onderdelen gekregen. Het is inmiddels een fiets geworden om mee te pronken. Alles wat glimt is vernikkeld en NOS.
Het crankstel wat er op zat was geen set, zat te dicht op het trapashuis en het was gelakt. Om een vernikkeld crankstel te zoeken ben ik naar Paul Guldentops gegaan en die had nog wat moois liggen. Het was nog spannend omdat de meeste cranks met een gat van 16mm meestal voor toerfietsen zijn en die zijn ‘hart op hart’ veel vaker 170mm. Bij transportfietsen is dat altijd 180mm. Hij had ook nog een tandwiel met 44 tanden. Dat zit er nu ook op.
Het achtertandwiel met 22 tanden heb ik vervangen voor eentje met 20 tanden. Ik weet niet wat ik nog meer zou kunnen verfraaien aan de fiets. Misschien het zadel maar dit kwam met de fiets mee.
De nieuwe aanswinst is verhoogd en fietst weer. De spatborden moeten nog gemonteerd, maar het werd te koud op mijn werkplek. Hier zijn alvast wat foto’s.
Dit was het achterspatbord, 75mm:
Het voorspatbord, 75mm:
Gestraald:
Twee lagen menie, een laag Epifanes en een laag Teoflux:
Eigenlijk zou ik geen transportfietsen meer aanschaffen, maar ik kon het niet laten. Deze onverprutste, goeddeels originele en complete fiets kon ik niet laten staan. Het blijkt een goed gebruikte maar toch ook weer niet afgeragde fiets te zijn. Hij is inmiddels gedemonteerd. Dat ging weer verassend goed. Ondanks alle roest is er niets gebroken of gesloopt. De lugs zijn van Gießerei Wilhelm Holthaus. De spatbordstangetjes zijn op een na beschadigd en het voorspatbord is zijn onderkant kwijt. Omdat ik de fiets zijn oude looks zoveel mogelijk wil laten behouden ga ik het toch weer monteren. Dan maar wat korter. Het balhoofd is net als dat van de FAMA een S.A.G. Het is nog steeds niet duidelijk waar de letters voor staan.
De fiets heeft een dreun gehad. De liggende achtervork is wat naar de kettingkant verplaatst en de staande is niet meer helemaal symmetrisch. Maar dat is zonder probleem weer te richten. Door het ongelukje is het achterwiel waarschijnlijk ter ziele gegaan. Dat heeft waarschijnlijk in 1963 plaatsgevonden, omdat de achternaaf een F als bouwjaaraanduiding heeft. Er zit een drijfkop in met nokjes en een opsteek tandwiel voor een toerfiets. Het rek is gebouwd van hoekprofiel. Het heeft gebogen verbindingen en de klemmen aan het stuur zijn blokken met schroefdraad in de gaten. Ik denk daarom dat de fiets ongeveer net zo oud is als de FAMA van 1929. Er is wel een framenummer te zien maar dat is een beetje slordig ingeslagen.
Het framenummer is 96385 en een beetje slordig ingeslagen. Het logo Gwh zit tussen de cijfers. De voornaaf heeft geschroefde stofkappen. Dat komt niet veel voor bij zo’n zware naaf.
De fiets zoals hij op marktplaats werd aangeboden:
Het balhoofd:
Er heeft een transfer op gezeten, maar daar is niets meer van te maken.
Het framenummer. Er staat nog een 9 boven.
Wel een spoor, maar mooi glad:
De geschroefde stofkap van de voornaaf:
De staat van het frame. Ik ga het niet lakken. Wel owatrol, gemengd met een beetje zwarte lak gebruiken.
De klemmen van het rek:
De gebogen verbinding:
Roelewiel (niet standaard?), mooi recht nog:
Geen U- maar een hoek profiel:
Zadel is van Lepper:
Er missen een paar nagels, maar het is nog goed te gebruiken:
Pedalen van Union. Een dop mist, maar ze draaien nog soepel: