Tweede Göricke van Charles, uit 1924 deel 3

De Göricke/Frankenstein heeft weer wat mooiere onderdelen gekregen. Het is inmiddels een fiets geworden om mee te pronken. Alles wat glimt is vernikkeld en NOS.

Het crankstel wat er op zat was geen set, zat te dicht op het trapashuis en het was gelakt. Om een vernikkeld crankstel te zoeken ben ik naar Paul Guldentops gegaan en die had nog wat moois liggen. Het was nog spannend omdat de meeste cranks met een gat van 16mm meestal voor toerfietsen zijn en die zijn ‘hart op hart’ veel vaker 170mm. Bij transportfietsen is dat altijd 180mm.
Hij had ook nog een tandwiel met 44 tanden. Dat zit er nu ook op.

Het achtertandwiel met 22 tanden heb ik vervangen voor eentje met 20 tanden.
Ik weet niet wat ik nog meer zou kunnen verfraaien aan de fiets. Misschien het zadel maar dit kwam met de fiets mee.

Groetjes van mij,
Charles

Eerdere artikelen over deze fiets (frame):
Tweede Göricke van Charles, uit 1924 deel 2
Tweede Göricke van Charles, uit 1924
Transportfiets met ingesoldeerde achterpadden van Ronald

Nieuwe aanwinst van Charles deel 6

De nieuwe aanswinst is verhoogd en fietst weer. De spatborden moeten nog gemonteerd, maar het werd te koud op mijn werkplek. Hier zijn alvast wat foto’s.

Dit was het achterspatbord, 75mm:

Het voorspatbord, 75mm:

Gestraald:

Twee lagen menie, een laag Epifanes en een laag Teoflux:

Charles

Vervolg op:
Nieuwe aanwinst van Charles
Nieuwe aanwinst van Charles deel 2
Nieuwe aanwinst van Charles deel 3
Nieuwe aanwinst van Charles deel 4
Nieuwe aanwinst van Charles deel 5

Nieuwe aanwinst van Charles

Eigenlijk zou ik geen transportfietsen meer aanschaffen, maar ik kon het niet laten. Deze onverprutste, goeddeels originele en complete fiets kon ik niet laten staan. Het blijkt een goed gebruikte maar toch ook weer niet afgeragde fiets te zijn. Hij is inmiddels gedemonteerd. Dat ging weer verassend goed. Ondanks alle roest is er niets gebroken of gesloopt. De lugs zijn van Gießerei Wilhelm Holthaus. De spatbordstangetjes zijn op een na beschadigd en het voorspatbord is zijn onderkant kwijt. Omdat ik de fiets zijn oude looks zoveel mogelijk wil laten behouden ga ik het toch weer monteren. Dan maar wat korter. Het balhoofd is net als dat van de FAMA een S.A.G. Het is nog steeds niet duidelijk waar de letters voor staan. 

De fiets heeft een dreun gehad. De liggende achtervork is wat naar de kettingkant verplaatst en de staande is niet meer helemaal symmetrisch. Maar dat is zonder probleem weer te richten. Door het ongelukje is het achterwiel waarschijnlijk ter ziele gegaan. Dat heeft waarschijnlijk in 1963 plaatsgevonden, omdat de achternaaf een F als bouwjaaraanduiding heeft. Er zit een drijfkop in met nokjes en een opsteek tandwiel voor een toerfiets. Het rek is gebouwd van hoekprofiel. Het heeft gebogen verbindingen en de klemmen aan het stuur zijn blokken met schroefdraad in de gaten. Ik denk daarom dat de fiets ongeveer net zo oud is als de FAMA van 1929. Er is wel een framenummer te zien maar dat is een beetje slordig ingeslagen.

Het framenummer is 96385 en een beetje slordig ingeslagen. Het logo Gwh zit tussen de cijfers. De voornaaf heeft geschroefde stofkappen. Dat komt niet veel voor bij zo’n zware naaf.

De fiets zoals hij op marktplaats werd aangeboden:

Het balhoofd:

Er heeft een transfer op gezeten, maar daar is niets meer van te maken.

Het framenummer. Er staat nog een 9 boven.

Wel een spoor, maar mooi glad:

De geschroefde stofkap van de voornaaf:

De staat van het frame. Ik ga het niet lakken. Wel owatrol, gemengd met een beetje zwarte lak gebruiken.

De klemmen van het rek:

De gebogen verbinding:

Roelewiel (niet standaard?), mooi recht nog:

Geen U- maar een hoek profiel:

Zadel is van Lepper:

Er missen een paar nagels, maar het is nog goed te gebruiken:

Pedalen van Union. Een dop mist, maar ze draaien nog soepel:

Charles

Frankenstein XL 2 van Charles

Het frame met de doorgetrokken split in het trapashuis is inmiddels weer een fiets. Nog zonder spatborden, rek en licht maar ik kan er mee fietsen. Dit is ook weer zo’n frame wat door mij uit het papier is gehaald. Het frame en alle draaiende delen zijn ongebruikt alleen de banden niet. 😄

Het frame had een hoogte van 58cm. Daar is 8cm aan toegevoegd en is nu dus 66cm. De afstand tussen de parallelle buizen is gelijk aan die van de Estafette terwijl dat frame een hoogte van 70cm heeft. De oorzaak zit in de onderste balhoofdlug. Die is bij de Estafette zo gebouwd dat er een afstand zit tussen de buis naar het trapashuis en de onderste parallelle buis die groter is dan bij dit frame. Om de afstand tussen de buizen niet al te groot te laten worden heb ik dit frame ‘slechts’ tot 66cm verhoogd. De wielen hebben velgen van 39mm breed en zijn gespaakt met spaak 12. De achternaaf is een vernikkelde Torpedo van 1940 met een gestempelde 3 wat wil zeggen dat de spaakgaten groot genoeg zijn voor spaak 12.

De voornaaf, een buismodel, heeft ook spaakgaten waar spaak 12 in past dus die heb er ook voor gebruikt.

De spatborden heb ik al maar moeten nog gemonteerd worden. Het rek moet ik nog zoeken.

Het gat in de kroon van de voorvork is niet doorgeboord en dat suggereert dat er een rek zonder bevestiging aan de kroon voor bedacht is. Dat moet ik dus nog vinden.

Het zijn allemaal ongebruikte onderdelen en het fietst dan ook zo. Als een nieuwe fiets.

Het was duidelijk dat er nog nooit wielen in gezeten hadden want alles moest gericht worden.

Om de kettinglijn te laten kloppen is het achterwiel paraplu gespaakt en de achtervork iets naar de ketting toe gericht.

De geografie van het frame maakt samen met de hoogte en de vorm van de voorvork dat de fiets heel fijn in balans is.

De verlenging van de binnenbalhoofdbuis is goed gelukt. Er zitten nog een paar moleculen lucht tussen de buis en de binnenkant van de borgmoer van het balhoofd😎

Charles