Burgers van Charles

Het frame in de lak:

En de fiets fietst. Ik heb eerst maar even gekeken of alles technisch in orde was.

Het frame en de voorvork zijn mooi recht en de afstand links en rechts tussen de cranks en de liggende achtervork is niet te groot en mooi gelijk. Tijdens het eerste testritje hoorde ik de ketting een keer knakken. Na een korte inspectie bleken de tanden van het grote tandwiel niet nabewerkt te zijn. De tanden zijn van binnenuit gestanst, waardoor er aan de buitenkant braampjes aan de punten van de tanden zaten.

Die heb ik met een zoetvijl weggewerkt. Daarna is het niet meer gebeurt. Het is overigens een tandwiel met 46 tanden. Achterop ligt 20 en da’s een mooie verhouding voor een relatief lichte fiets.

Het stuur moet nog gefatsoeneerd worden. Het is een hoog opgebogen model.

De ketting is van Wippermann, maar geen extra verzwaarde. Deze is wat eleganter.

Het gezicht van de fiets:

Het is weliswaar een frame van Burgers, maar verder is alles naar eigen inzicht toegevoegd. In de velgen staat ENR roestvrij, maar ik heb geen idee van welke periode die zijn.

De achternaaf is een 40 spaaks Torpedo van 1940. Daar heb ik een nieuw binnenwerk uit hetzelfde jaar en met dezelfde stempels in gemonteerd. Op de naafhuls staat Ho. en dat staat ook op de nieuwe remhevel en op de as staat Holl. Het draait en remt als nieuw.

De voornaaf heeft 32 spaken en is van Brampton.

Banden van Duro 44-635:

De pedalen. GLS, Grote Leeuw Schotte:

De spatborden zijn ook gemonteerd:

Het Knoop zadel (zoals Burgers monteerde, maar hier met Vasad dekje, red.):

Zie ook:
Burgers transportfietsen jaren ’30 geidentificeerd!

Nog een Frankenstein van Charles

Deze keer is de hele fiets om een zwarte voornaaf van Brampton gebouwd. Maurice heeft de voornaaf ooit gekocht zonder dat de verkoper had verteld dat er maar 32 spaakgaten in zaten. Omdat daar nooit transportfietsvelgen voor zijn gemaakt heeft hij de naaf aan mij overgedaan. De gedachte is dat die naaf het eerste onderdeel van de ‘nieuwe’ fiets was. Er zijn twee velgen voor 635 banden gevonden met respectievelijk 32 en 40 spaakgaten. De achternaaf heeft Marcel geleverd. Hij heeft ooit een totaal verroeste fiets langs de kant van de weg gevonden waar een 40 gaats Torpedo in bleek te zitten van 1940. Daar staat het stempel ‘Ho.’ in en daar heb ik een nieuw binnenwerk in gezet wat niet alleen hetzelfde stempel draagt maar ook nog eens van hetzelfde bouwjaar is.

Het is grappig om te zien waar de kogels het lager deel raken. De as is NOS en er was een heel klein beetje vliegroest ontstaan. Door er een kilometer mee te fietsen is de vliegroest weggesleten. De bovenste baan is van de kogels 1/4” en de onderste van 9/32”. Omdat ik niet wist welke van de twee maten er in horen heb ik ze beide geprobeerd. De 1/4” lijken het meest geschikt. De as komt in het frame waar geen merk van bekend is dus het wordt een Frankenstein.

Typisch is de vorm van de onderste balhoofdlug:

Het frame. De staande achtervork is erbij:

Mooie massieve ogen voor de zadelklembout:

Het frame en de voornaaf komen van Maurice, de achternaaf en het zadel van Marcel, de krank en de trapas van Jeroen, de velgen van Piet Vos en Hans gaat zijn best doen om de as en de krank pas te maken.

Charles

P.s. het frame is deze voormalige van Nick (de bovenste): 2 hele oude transportfiets frames van Nick

Estafette van Charles uit 1941: verhoging frame deel 2

Gisteren ben ik er voor de eerste keer 20km mee gaan fietsen. Het is overduidelijk een nieuwe fiets. Rolt goed, zit goed en de ketting gaat over de tandwielen alsof het allemaal van rubber is. ?

Toen ik de fiets kreeg was het een zooitje bij elkaar geharkte onderdelen. De nippels vielen als stof uit elkaar, het frame moest gericht, de trapas moest aangepast worden omdat die niet in het midden zat, de voorvork hoorde niet bij het frame, het balhoofd functioneerde wel maar de onderdelen waren slordig bij elkaar gezocht, de beugel van het kettingscherm is te kort waardoor het scherm krom trekt als de boutjes aangedraaid worden, de velgen waren voor een toerfiets en het rek wat er bij zat is indertijd zó verschrikkelijk lomp in elkaar gelast dat ik daar niet mee gezien wilde worden. Maar alles wat er verder aan de fiets zit is zeer fraai.

Een zadel zat er niet bij maar daar hebben we Marcel voor. Die had nog een mooi exemplaar liggen. Dit zadel zit ook nog eens lekker. Da’s helaas niet met ál zijn zadels het geval.

En die schermen zijn altijd een bron van ergernis maar na drie dagen had ik het dan eindelijk zo ver dat er geen geluid meer vanaf kwam.

Dus nu is het klaar. Nog een koplamp en een dynamo maar daar wacht ik nog even mee.

Verder ben ik erg blij met de fiets. De wielen staan echt recht achter elkaar en door de andere voorvork van hetzelfde merk als de lugs van het frame stuurt het ook wat directer. Een fijne fiets waar gemakkelijk langere afstanden mee gefietst kunnen worden.

De afstand tussen de vork en de linker crank:

De afstand tussen de vork en de rechter crank:

De stofkap van de trapas:

Het fraaie balhoofd dat nu wel mooi op elkaar aansluit:

Charles

Vervolg op:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6
Verhoging deel 1

Estafette van Charles uit 1941: verhoging frame

Maurice en ik hebben het aangepaste frame van de ESTAFETTE opgehaald. Het is weer vakwerk geworden. De hoogte van het frame is nu 70cm hart trapas-bovenkant zadellug.

Dit is hoe de fiets er nu bij staat. Het achterspatbord, het scherm en de verlichting moeten nog gemonteerd worden, maar het fietst al geweldig. De kettinglijn van het voorste tandwiel is 54,5mm. Die van het achterste is 42mm. Het verschil heb ik gecompenseerd door de achtervork te richten en het wiel paraplu te spaken.

Een bijzonderheid is dat de binnenbalhoofdbuis een diameter heeft van 1 1/16″.

Giesserei Wilhelm Holthaus:

Charles

Vervolg op:
Deel 1
Deel 2
Deel 3
Deel 4
Deel 5
Deel 6