Standaard Eysink 1938 na restauratie, deze heb ik redelijk “standaard” opgeknapt, veel NOS onderdelen van medeverzamelaars , geen uitgeplamuurt frame, alle bestaande deukjes zitten er nog. ook de mand is deels gerestaureerd, nieuwe stoot bumpertje in de juiste kleur geschilderd,alleen de zadelpen is nog een dingetje, die is voor het nikkelen iets taps toe geslepen waardoor deze geen grip meer heeft. de doortrapnaaf is wel helemaal aangepakt want die was toch ontvindbaar. hier dan een impressie van het werk.
Recent heeft Ronald dit schaarse model Eysink Super Standaard aangeschaft, van het model ook wel foutief “dames transportfiets” genoemd. Dit is het antwoord van Eysink op de lage instap kruisframe transportfietsen en de opvolger van het mohawk model.
Opvallend is het model voordrager. In de prijscourant uit 1938 staat gewoon het model Standaard/Roelewiel. Dus dat, en omdat het uit rondstaf is opgebouwd, wat normaal nooit voorkomt bij voordragers op echte oude transportfietsen, zou doen denken dat dit een zelf gemaakt rek is. Echter precies hetzelfde rek is al eerder op een zelfde Eysink Super Standaard gezien: https://www.transportfiets.net/2014/09/25/eysink-damestransportfiets/ Dus dit lijkt origineel te zijn. Ook typisch is de bevestigingsnokken die in het stuur geintegreerd zijn, net zoals het eerdere mohawk model Eysink Super Standaard. Dus wellicht is dit een tussenvorm, en ging Eysink rond 1938 over op de Standaard/Roelewiel voordrager.
Het zadel is ook apart. Het is een soort tussen vorm tussen het oude model Lepper transportzadel met hangveren en dubbele strop, maar wel met 4 drukveren zoals de huidige Lepper Primus. Ik heb zelf ook precies zo’n frame liggen, dus ze komen vaker voor. Zie ook de voor Eysink typische brede achtervork lugs:
Crankstel:
Crispy achterband en doortrapper achternaaf:
Voornaaf, en typische extra lugs voor spatbordbevestiging (alleen gebruikt door Eysink, Juncker en Kestein):
In dit artikel vormt een overzicht van de oudst bekende bewaard gebleven transportfietsen in Nederland. Dit gaat specifiek om de klassieke versterkte tweewielers met dubbele bovenbuis. Van prijscouranten weten we dat de Simplex al in 1903 zulke transportfietsen bouwde:
Bakfietsen gaan nog verder terug, en ook waren er al safeties in de 19de eeuw speciaal bedoeld als bezorgfiets, met mogelijkheid om pakjesdrager voorop te bevestigen. Maar die voorbeelden laten we hier buiten beschouwing.
Al gaan transportfietsen dus al terug tot minstens 1903, toch zijn er uit de begin periode geen exemplaren bekend tot nu toe. Hopelijk leidt dit artikel ertoe dat meer mensen zulke of nog oudere exemplaren gaan spotten. Er wordt mij wel gevraagd waarom er geen oudere exemplaren bekend zijn. Dit heeft een aantal redenen: – Lage productie en hoge prijs in de begin jaren. De Simplex in 1903 kostte nog 150 gulden. In 1939 kostte een Brillant van Juncker nog maar 36 gulden. En intussen was er ook nog een sterke inflatie, waardoor het werkelijke verschil nog veel groter was. Met name in begin jaren ’20 daalde de prijs sterk, en steeg de produktie van rijwielen in Nederland aanzienlijk. Tot de jaren ’20 waren er dus nog relatief weinig Nederlandse transportfietsen. – Hoe ouder de fiets, hoe kleiner de kans dat hij het al die tijd overleeft. In tegenstelling tot de luxe fietsen uit begin 19de eeuw, die vaak bewaard bleven op zolders in oude huizen of zelfs kastelen, waren transportfietsen gewoon gebruikswaar. Ze werden intensief gebruikt, tot repareren niet meer rendabel was, en dan naar het oud ijzer. Het feit dat er nog veel oude transportfietsen bestaan, is meer vanwege de robuustheid dan spaarzaamheid. – Herkenning: de oudste transportfietsen zullen in het algemeen ook het meest verbouwd zijn. Om te beginnen zal de visueel herkenbare voordrager vervangen zijn. Juiste de vroege exemplaren hadden nog vrij zwakke voordragers. Als daar later bijvoorbeeld een modernere Roelewiel drager op is gezet, dan lijkt het op het eerste oog al een modernere fiets. In grove lijnen is zo’n hele vroege fiets ook niet veel anders dan een latere, al zijn er wel wat details die zeer kenmerkend zijn voor de vroegste transportfietsen – We hebben nog lang niet alle transportfietsen bekeken. Op de site en onder de bezoekers ervan hebben we slechts een zeer klein percentage van alle transportfietsen gezien. Er rijden er nog veel meer rond. En daarom ook dit artikel om meer van deze oude fietsen boven water te halen.
Wat zijn typische kenmerken voor een jaren ’20 transportfiets (of ouder)? Onder andere een snel herkenningspunt zijn de ingesoldeerde achterpadden van de achtervork. Ergens in de jaren ’20 vond een omschakeling plaats en werd platgeknepen buis waarin het wiel werd gezet de norm. Daarvoor was dit nog een apart onderdeel, dat in de liggende en staande achtervork gesoldeerd werd. Enkele voorbeelden:
Heeft je transportfiets zo’n achterpad, dan weet je vrij zeker dat de fiets minstens uit de jaren ’20 komt. Geen van de direct gedateerde transportfietsen die bekend zijn vanaf 1926 heeft nog zo’n ingesoldeerd achterpad. Maar heeft de fiets wel een standaard platgeknepen achtervork, dan zegt dat niets. Die constructie werd wel al eerder gebruikt naast de ingesoldeerde achterpadden. Verdere datering kan op serienummer, als daarvan de produktie jaren bekend zijn.
Een andere mogelijkheid is via datum stempels op onderdelen zoals bijvoorbeeld in het geval van een Fichtel & Sachs Torpedo naaf. Een datering op onderdelen is natuurlijk minder zeker, aangezien onderdelen kunnen zijn vervangen door nieuwe of oude onderdelen. Vaak werden transportfietsen geleverd met doortrapper achternaaf, die later vervangen werd door een Torpedo remnaaf, waardoor het jaartal niet klopt met de leeftijd van de fiets. Bij datering via onderdelen is het dus altijd verstandig om te kijken of de rest van de fiets de kenmerken heeft die kloppen met de vastgestelde datering.
Verder zijn er nog merk specifieke kenmerken, zoals kettingbladen, voordragers etc. die alleen tijdens bepaalde jaren werden toegepast. Ook kenmerkend voor jaren ’20 transportfietsen zijn BSA type trapassen (met inschroef cups), met name 16,0mm dik en in eerste instantie met klembouten aan de voorzijde. Vanaf eind jaren ’20 werden Thompson type trapassen steeds vaker toegepast. Sommige merken blijven BSA type trapassen gebruiken (met ingeperste cups), dus het geeft geen harde datering.
En nu de oudst bekende transportfietsen. In het geval geen exact jaartal bekend is, dan is de fiets geplaatst naar het laatst mogelijke jaartal. Bijgevoegd zijn links naar artikelen van iedere fiets, waarin verdere informatie te vinden is.
Onbekende fiets van Sven met ingesoldeerde achterpadden:
Zoals je ziet, er zijn nog geen transportfietsen bekend die met zekerheid ouder zijn dan 1921. En transportfietsen van voor 1930 zijn uitermate schaars (o.a. alle 1900 artikelen op deze site doorgespit!), helemaal in redelijk originele staat. Mochten er nog meer bestaan, dan zouden we daar natuurlijk graag over horen. Dus mocht je een transportfiets hebben van voor 1930, of wil je gewoon hulp met een transportfiets te dateren, neem dan contact op via: https://www.transportfiets.net/een-artikel-of-fotos-plaatsen/