Frankenstein no. 4 van Charles, deel 2

De Frankenstein Nr.4 heeft nu ook spatborden en een rek.

Deze keer heb ik de laatste laklaag niet geschuurd en gepolijst. Ik wilde wel eens zien hoe het er dan uit zou zien. Het is mooie hoogglanslak maar het is daardoor ook wel erg duidelijk dat het er met de kwast opgezet is. Misschien haal ik de fiets nog wel eens uit elkaar om alles alsnog te polijsten.

De voorvork is gericht en de kettinglijn klopt nu ook. Eigenlijk klopte die al maar ik had het achtertandwiel verkeerd gemonteerd, waardoor het te veel naar binnen stond. Door het omgedraaid te monteren kwam het 4mm naar buiten en dat bleek precies goed te zijn.

De bevestiging van het Standaard rek is het model met schroefdraad. De boutjes die er in zitten hebben Engelse draad en zijn allemaal even dik met een zeskant van 14mm. Meestal zijn de vier boutjes in de klemmen kleiner dan de voorste. Ik heb geen idee waarom dat zo is en of het misschien een ouder model is. Twee van de boutjes waren vastgeroest en afgebroken maar die zijn er uiteindelijk weer uitgekomen zonder dat de draad is beschadigd.

Een buurman, die altijd met auto’s bezig is geweest, heb ik een voorraadje boutjes gekregen en daar zaten precies de goede bij. Ze hoefden niet eens op maat gezaagd te worden.

De fiets is zonder uitzondering een bij elkaar gezochte verzameling onderdelen. 

Een échte originele Frankenstein dus.

Het is een gelukje dat de staande achtervork en het spatbordsteuntje dezelfde maat hebben. Het spatbord zit mooi om het wiel heen.

Charles

Vervolg op:
Frankenstein no. 4 van Charles

Frankenstein no. 4 van Charles

Ik ben weer met een Frankenstein bezig. Deze keer is het een frame wat ik van Erik Thomassen over heb genomen.

Er zat niet veel lak meer op, er waren gaten in geboord, de trapas was niet origineel en slecht. De maten klopten niet. De gaten zijn dicht gelast en er is een goede trapas bij gezocht. Evenals de rest van de onderdelen.

Eigenlijk had ik alles al in voorraad. Omdat ik het leuk vind om setjes wielen te spaken kon ik er zo een paar uit de voorraad halen. De framehoogte is 26”. Het stuur komt ook van Erik. Er was een gedeelte vanaf gezaagd maar dat is ook weer terug gelast.

De handvaten komen van Maurice.

Het zadel is ooit gerestaureerd door Marcel.

Het balhoofd is samengesteld van hier en daar gevonden onderdelen.

De pedalen komen van Paul Guldentops. Er staat G L S in de rubbers en het middenstuk, het buisje waar aan de uiteinden de cupjes in zitten, is uit één stuk gemaakt.

De ketting is een Wippermann Nr.17

De achternaaf is een brede van F&S uit 1938 met een 3 er in voor spaak 12 en die zit er ook in. Het valt op dat de naaf een zeer korte vrije slag heeft. Het remt zeer goed.

De voornaaf is Engels. Qua uiterlijk lijkt het op de achternaaf. Daarom heb ik er een set van gemaakt.

De spaken en nippels zijn van LEMET. De banden van Continental.

Zoals altijd heb ik de fiets zo ver in elkaar gezet dat er mee te fietsen valt zodat ik even kan controleren of alles recht en in balans is. De voorvork moet nog een klein beetje naar links gericht en de kettinglijn klop niet helemaal.

De spatborden zijn ook bij elkaar gezocht en gerepareerd. Ze hebben het zelfde profiel. De spatbordsteuntjes komen van Toon Mensinck.

Het fietst nu al erg fijn dus als het zo allemaal gericht is komt er weer een goede fiets bij in de stal.

Groet,

Charles

Frankenstein XL 2 van Charles

Het frame met de doorgetrokken split in het trapashuis is inmiddels weer een fiets. Nog zonder spatborden, rek en licht maar ik kan er mee fietsen. Dit is ook weer zo’n frame wat door mij uit het papier is gehaald. Het frame en alle draaiende delen zijn ongebruikt alleen de banden niet. 😄

Het frame had een hoogte van 58cm. Daar is 8cm aan toegevoegd en is nu dus 66cm. De afstand tussen de parallelle buizen is gelijk aan die van de Estafette terwijl dat frame een hoogte van 70cm heeft. De oorzaak zit in de onderste balhoofdlug. Die is bij de Estafette zo gebouwd dat er een afstand zit tussen de buis naar het trapashuis en de onderste parallelle buis die groter is dan bij dit frame. Om de afstand tussen de buizen niet al te groot te laten worden heb ik dit frame ‘slechts’ tot 66cm verhoogd. De wielen hebben velgen van 39mm breed en zijn gespaakt met spaak 12. De achternaaf is een vernikkelde Torpedo van 1940 met een gestempelde 3 wat wil zeggen dat de spaakgaten groot genoeg zijn voor spaak 12.

De voornaaf, een buismodel, heeft ook spaakgaten waar spaak 12 in past dus die heb er ook voor gebruikt.

De spatborden heb ik al maar moeten nog gemonteerd worden. Het rek moet ik nog zoeken.

Het gat in de kroon van de voorvork is niet doorgeboord en dat suggereert dat er een rek zonder bevestiging aan de kroon voor bedacht is. Dat moet ik dus nog vinden.

Het zijn allemaal ongebruikte onderdelen en het fietst dan ook zo. Als een nieuwe fiets.

Het was duidelijk dat er nog nooit wielen in gezeten hadden want alles moest gericht worden.

Om de kettinglijn te laten kloppen is het achterwiel paraplu gespaakt en de achtervork iets naar de ketting toe gericht.

De geografie van het frame maakt samen met de hoogte en de vorm van de voorvork dat de fiets heel fijn in balans is.

De verlenging van de binnenbalhoofdbuis is goed gelukt. Er zitten nog een paar moleculen lucht tussen de buis en de binnenkant van de borgmoer van het balhoofd😎

Charles

Burgers van Charles

Het frame in de lak:

En de fiets fietst. Ik heb eerst maar even gekeken of alles technisch in orde was.

Het frame en de voorvork zijn mooi recht en de afstand links en rechts tussen de cranks en de liggende achtervork is niet te groot en mooi gelijk. Tijdens het eerste testritje hoorde ik de ketting een keer knakken. Na een korte inspectie bleken de tanden van het grote tandwiel niet nabewerkt te zijn. De tanden zijn van binnenuit gestanst, waardoor er aan de buitenkant braampjes aan de punten van de tanden zaten.

Die heb ik met een zoetvijl weggewerkt. Daarna is het niet meer gebeurt. Het is overigens een tandwiel met 46 tanden. Achterop ligt 20 en da’s een mooie verhouding voor een relatief lichte fiets.

Het stuur moet nog gefatsoeneerd worden. Het is een hoog opgebogen model.

De ketting is van Wippermann, maar geen extra verzwaarde. Deze is wat eleganter.

Het gezicht van de fiets:

Het is weliswaar een frame van Burgers, maar verder is alles naar eigen inzicht toegevoegd. In de velgen staat ENR roestvrij, maar ik heb geen idee van welke periode die zijn.

De achternaaf is een 40 spaaks Torpedo van 1940. Daar heb ik een nieuw binnenwerk uit hetzelfde jaar en met dezelfde stempels in gemonteerd. Op de naafhuls staat Ho. en dat staat ook op de nieuwe remhevel en op de as staat Holl. Het draait en remt als nieuw.

De voornaaf heeft 32 spaken en is van Brampton.

Banden van Duro 44-635:

De pedalen. GLS, Grote Leeuw Schotte:

De spatborden zijn ook gemonteerd:

Het Knoop zadel (zoals Burgers monteerde, maar hier met Vasad dekje, red.):

Zie ook:
Burgers transportfietsen jaren ’30 geidentificeerd!

Nog een Frankenstein van Charles

Deze keer is de hele fiets om een zwarte voornaaf van Brampton gebouwd. Maurice heeft de voornaaf ooit gekocht zonder dat de verkoper had verteld dat er maar 32 spaakgaten in zaten. Omdat daar nooit transportfietsvelgen voor zijn gemaakt heeft hij de naaf aan mij overgedaan. De gedachte is dat die naaf het eerste onderdeel van de ‘nieuwe’ fiets was. Er zijn twee velgen voor 635 banden gevonden met respectievelijk 32 en 40 spaakgaten. De achternaaf heeft Marcel geleverd. Hij heeft ooit een totaal verroeste fiets langs de kant van de weg gevonden waar een 40 gaats Torpedo in bleek te zitten van 1940. Daar staat het stempel ‘Ho.’ in en daar heb ik een nieuw binnenwerk in gezet wat niet alleen hetzelfde stempel draagt maar ook nog eens van hetzelfde bouwjaar is.

Het is grappig om te zien waar de kogels het lager deel raken. De as is NOS en er was een heel klein beetje vliegroest ontstaan. Door er een kilometer mee te fietsen is de vliegroest weggesleten. De bovenste baan is van de kogels 1/4” en de onderste van 9/32”. Omdat ik niet wist welke van de twee maten er in horen heb ik ze beide geprobeerd. De 1/4” lijken het meest geschikt. De as komt in het frame waar geen merk van bekend is dus het wordt een Frankenstein.

Typisch is de vorm van de onderste balhoofdlug:

Het frame. De staande achtervork is erbij:

Mooie massieve ogen voor de zadelklembout:

Het frame en de voornaaf komen van Maurice, de achternaaf en het zadel van Marcel, de krank en de trapas van Jeroen, de velgen van Piet Vos en Hans gaat zijn best doen om de as en de krank pas te maken.

Charles

P.s. het frame is deze voormalige van Nick (de bovenste): 2 hele oude transportfiets frames van Nick