Tweede Göricke van Charles, uit 1924 deel 2

De Göricke, het frame van 1924, is inmiddels weer een fiets. Alleen het frame was nog te herkennen als van Göricke. Alle verdere onderdelen zijn toegevoegd dus eigenlijk is het een Frankenstein.

De bovenste buis zat vol deuken en was een beetje naar beneden doorgebogen. Dat heb ik weer rechtgekregen zonder al te veel problemen gelukkig. Daarna de deuk volgestopt met polyesterplamuur en geschuurd. Daarna ben ik gaan lakken met Wijzonol maar wat die als zwart verkopen is eigenlijk heel donker antraciet. Dat vind ik niet mooi dus ik ben overgestapt op Epifanes. Da’s wél mooi diepzwart.

Het crankstel is eigenlijk geen stel. Omdat het kettingwiel 48 tanden heeft, wilde ik het toch handhaven. De linker crank is in ieder geval even lang. Alle klei en ander spul wat er door de jaren heen aan is blijven kleven is er vanaf gehakt. Daarna geschuurd en  ‘prima gelakt’ met metaalbeschermingslak. 

Het rek en de verlichting moeten nog gemonteerd worden. De fiets is opgebouwd als een doorontwikkelde herenfiets. Het frame is 61cm of 24” hoog. De trapas is 138mm lang, heeft een diameter van 16mm en inslagpotten met een diameter van 40mm. De maat van de kogels is 1/4”.

De velgen wegen 1400gram, maar zijn slechts 39mm breed. De wielen zijn gespaakt met spaak 12. Het voorwiel driekruis en het achterwiel vierkruis. Lekker stevige wielen. De achternaaf is een vernikkelde Torpedo van 1940, de voornaaf is ook vernikkeld maar het merk is onbekend.

De voorvork komt van Marcel en had geen binnenbalhoofdbuis meer, dus daar is een nieuwe ingezet van 1”. Het balhoofd is gevonden bij Toon Mensinck. Zo ook het stuur maar dat is al weer een paar jaar in mijn bezit.

De haakse zadelpen komt van Heinz Fingerhut. Mooi lang, de juiste diameter én heel mooi gesoldeerd. Het zadel kwam met het frame mee, maar had geen stelbout meer. Dat was snel gefixt. Het is nu weliswaar oud en zo oogt het ook maar weer helemaal functioneel.

De spatborden zijn heel mooi bol en 75mm breed, wat goed past bij de gedachte dat het een doorontwikkelde herenfiets is. Zo, zonder rek lijkt het wel een dienstfiets. De spatbordboutjes hoorden bij het bevestigingsmateriaal van een paar oude NOS kettingkasten waar niets meer mee te beginnen was. Het zijn mooie panheads.

De banden zijn de welbekende Amigo’s van METRO die GigaBikes verkoopt. De binnenbanden zijn van de vorige eeuw nooit gebruikt en Made in Poland en hebben korte ventielen. Ze hebben de tijd goed doorstaan mede omdat ze door de talkpoeder gerold zijn voordat ze verpakt werden.

En kompleet met rek en Göricke pedalen:

Charles

Eerdere artikelen over deze fiets (frame):
Tweede Göricke van Charles, uit 1924
Transportfiets met ingesoldeerde achterpadden van Ronald

Tweede Göricke van Charles, uit 1924

Eerder in bezit van Ronald, zie Transportfiets met ingesoldeerde achterpadden van Ronald. Inmiddels is Charles de eigenaar. En het is duidelijk geworden dat het frame afkomstig is van een Göricke en gedateerd via framenummer (713195, zie http://www.tilman-wagenknecht.de/nummern/goericke.pdf) tot 1924. Kenmerkend voor Göricke zijn bijvoorbeeld het trapashuis, waarin een normale toerfiets maat trapas in past (cups 40mm, breedte trapashuis 70mm). Hij is ook zeker niet van voor 1924, want toen werd dit type transportfiets door Göricke geintroduceerd met uitwendige lugs, in tegenstelling tot de inwendige, onzichtbare verbindingen bij de oudere Göricke van Sjoerd.

Charles heeft het volgende werk gedaan:

Het balhoofd ziet eruit alsof het 1 1/8″ is, maar het is 1″.

Renold The Coventry (ketting) op F&S (tandwiel).

Acht en veertig tanden.

De bovenste buis was krom.

Een mooie deuk is niet lelijk.

Achternaaf STYRIA.

De cranck zit te dicht op het trapashuis.

Vernikkelde trapas van Gerkinet: 16mm dik en 136mm lang.

Voornaaf van onbekend merk. Wel met geschroefde stofkapjes.

De Göricke uit 1924 is weer recht.

En het rek zit er ook weer op.

De pedalen worden vervangen door die van Göricke en de spatborden moeten nog worden gemonteerd. Als ik het voor elkaar krijg om een beugel te maken, zet ik er een pistool model kettingscherm van Roelewiel op. Er is een dynamo, maar nog even geen koplamp.

Charles

De Göricke van Charles zit weer in elkaar

Ik vergeet nog te vermelden dat ik mijn Goricke vandaag weer opgebouwd heb. Meteen een testrit en foto’s gemaakt.

Als je er mee begint om de kettinglijn van een fiets te richten kom je er achter dat er veel is om over na te te denken. Het begint met de stand van de trapas en daarmee het kettingwiel. Dan de liggende achtervork en de stand van het tandwiel. Het tandwiel zit aan de naaf en daar zit de rest van het wiel aan vast wat weer in lijn met het frame moet staan. Als de trapas in lijn met de liggende achtervork staat op zo’n manier dat de kettinglijn mooi richting het tandwiel gaat wil dat helemaal niet zeggen dat het wiel dan goed gericht in het achterframe zit. Stel dat de velg te veel naar links is gespaakt en de velg zit bij het mannetje in het midden dan zit niet alleen het wiel scheef maar het tandwiel ook. De velg moet dan met de spaken naar rechts gesteld worden. Een ander ding is de achterpadden. Als het wiel gemonteerd wordt en een van de twee as moeren wordt aangedraaid dan moet het wiel niet alleen recht in de liggende maar ook in de staande achtervork zitten. Bij de tegenoverliggende zijde moet dat ook zo zijn omdat er anders spanning op de as komt die het lagerwerk uit het lood haalt. Als dat allemaal klopt kan het zomaar zijn dat er iets aan de voorkant, voor de trapas, van het frame gesteld moet worden. Dat laatste zal zeldzaam zijn maar ik noem het hier omdat ik het na de aanrijding zo was. Omdat het bijna nooit bekend is wat er tijdens het leven van een transportfiets allemaal mee gebeurd is zou het kunnen dat er iets is verbogen. En dan, als de trapas recht staat, als de kettinglijn klopt en het achterwiel in lijn staat met het achter- en met het voorframe komt de voorvork aan de beurt.Die kan gecontroleerd worden door hem te demonteren en het wiel er zonder band in te zetten. Als de ruimte tussen de velg en de vorkpoten hetzelfde is moet de binnenbalhoofdbuis parallel staan met het wiel. Door bovenin de buis te kijken kan gezien worden wat het midden is. Verder naar beneden moet er dan links en rechts evenveel van de  naaf te zien zijn. Als dat niet het geval is moeten de vorkpoten gericht worden. Dit hele verhaal bestaat omdat ik mijn Goricke weer recht wilde maken. Het is meteen duidelijk geworden dat niet alles helemaal klopte toen ik de fiets jaren geleden kreeg. In Beuningen heb ik de trapas en de voorvork gericht en omdat ik natuurlijk nieuwsgierig was of het klopte heb ik tijdelijk twee wielen gemonteerd die uit een Juncker kwamen om vervolgens niet te weinig trots te constateren dat het goed gelukt was ? Een paar dagen later kwam Maurice het frame brengen. Die heeft het voor mij meegenomen van Beuningen naar Tilburg. Met hooggespannen verwachtingen heb ik de originele wielen toen weer gemonteerd om er vervolgens achter te komen dat de ketting toch niet zo lekker over de tandwielen ging als ik gehoopt had? Na een korte inspectie bleek dat het achterwiel zo was gespaakt dat het scheef in het achterframe zat en daarmee de as en het tandwiel. Enigszins nerveus heb ik toen het andere achterwiel weer gemonteerd en toen ging het wel goed ?Meteen de wielen met elkaar vergeleken en het verschil ontdekt. Het wil zeggen dat de spaken van het wiel wat er in zat los gezet moeten worden zodat ik de velg ‘in het frame’ kan spaken.Het is nu niet meer te achterhalen waar het ooit fout is gegaan. Of het was al verkeerd en heb ik het niet in de gaten gehad, of er is iets door al het getrek en geduw veranderd en/of verbeterd waardoor het achterwiel aangepast moet worden. Zelf denk ik dat het wiel eerder al niet helemaal goed was omdat de ketting heel erg tordeerde toen ik die weer monteerde. Het zou kunnen dat die door de verkeerde kettinglijn ‘scheef versleten’ is. Als laatste moet vermeld dat de achternaaf vijftien jaar jonger is dan de fiets. Het wiel is met die vervanging van de achternaaf opnieuw gespaakt. Daarbij is met spaak G12 het wiel ‘vierkruis’ gespaakt. Omdat het niet gebruikelijk is om die dikke spaken en het vier keer kruizen te gebruiken vermoed ik dat de fietsenmaker indertijd een steek heeft laten vallen. Maar dat blijft een beetje speculeren natuurlijk. Er zullen tijdens de correctie wat spaken en/of nippels sneuvelen maar gelukkig heb er nog een paar van de juiste dikte, lengte en leeftijd dus dat gaat ook wel weer goedkomen ?

De trapas die ik van Maurice heb gekregen?:

Een dynamo die er mooi bij past:

De buisvormige voornaaf:

Het balhoofd:

Een reparatie met zaagsel en houtlijm:

Wat rechtzetten en ander sleutelwerk: Juncker van Maurice en Göricke van Charles

We hebben vandaag wat zaken ‘recht gezet’. Een krankstel van Maurice wat krom was en de voorvork van zijn dagelijkse Juncker is gericht. Die stond een beetje naar rechts. Marcel was er ook bij en toen we klaar waren met de werkzaamheden zijn we gaan fietsen. Van Beuningen naar Leur waar we ergens verderop een wrak van een fiets langs de kant van een tuin zagen staan. Marcel heeft bedongen dat als hij een Euro zou krijgen hij de fiets mee zou nemen. En dat heeft hij dus gedaan ?

De vorige en de nieuwe eigenaar.

Ik heb het frame van mijn Göricke aan Maurice meegegeven. Dat haal ik maandag weer bij hem op om er weer een complete fiets van te maken. Voor vandaag heb ik er even een paar André wielen in gezet om er mee te kunnen fietsen. Basic.

De trapas van Maurice zit er zo mooi in dat we die hebben laten zitten. De afstand tussen de krancks en de liggende achtervork is links en rechts precies gelijk. Dus eigenlijk is er geen reden om de andere as er in te bouwen. Die gaat ‘op de plank’ voor het geval dat. Die houd ik bij de fiets.

Charles

Göricke van Sjoerd uit 1921!!!! De oudste transportfiets!

Ik had al een hint gegeven bij het posten van de advertenties van Göricke, en het is inmiddels bevestigd: de fiets met inwendige lugs van Sjoerd blijkt een Göricke te zijn, geimporteerd door Kestein. Het framenummer is 531758, en daarmee komt hij uit 1921, mogelijk 1920 volgens deze tabel. Ik heb Herbert Kuner er ook aandachtig naar laten kijken, en hij bevestigt de identificatie. Dus deze transportfiets van Sjoerd is daarmee de oudst bekende transportfiets (bestemd voor de Nederlandse markt)!

En de fiets zoals die uit de fabriek kwam:

Deze Göricke transportfietsen werden speciaal gebouwd voor de Nederlandse markt en geimporteerd door Kestein.

Het vermoeden bestond al dat het een oude fiets was, door de ingesoldeerde achterpadden, en de afwijkende framebouw.

De eerste aanwijzing dat het een Göricke is, is de bouw van het frame. Het frame is gebouwd met interne lugs, zogenaamde onzichtbare verbindingen. Ik ken drie merken die dat toepastten, Klaas Baving (zie folder uit 1914), R.S. Stokvis Cosmo (zie advertentie uit 1924), en de bovenstaande Göricke uit 1921 en 1922.

Wat typisch is voor de Göricke, is de enkele uitwendige lug voor de verbinding tussen de onderste bovenbuis en de zadelbuis. Niet alleen heeft de fiets van Sjoerd dit ook, hij heeft ook de afschuiningen van de lug.

Het framenummer komt ook overeen, kwa positie, orientatie en stijl cijfers, met de Göricke van Charles uit 1925. Het framenummer van de fiets van Sjoerd:

En die van Charles:

Het eerste cijfer van het framenummer van Sjoerd was nog onduidelijk of dat een 5 of 6 was, maar Sjoerd heeft inmiddels bevestigd dat het een 5 is.

De advertentie toont ook een stuurvergrendelingsknop. Dit zie je maar zelden bij transportfietsen, en is naast de Göricke uit 1921/1922 alleen nog bekend bij Rivertown 1924. Bij latere transportfietsen komt het niet meer voor. Bij de fiets van Sjoerd is de knop verdwenen, maar het gaatje ervoor is aanwezig.

Wat nog wat twijfel gaf, was de voorvork. De voorvork van de fiets van Sjoerd is geheel glad. De advertentie toont een bredere voorvork kroon.

Ik heb meerdere voorbeelden gevonden van duitse Göricke fietsen uit de jaren ’20, die een vergelijkbare gladde voorvork hebben, waarbij de bovenkant is vernikkeld, zoals dit voorbeeld uit 1924:

De voorvork past dus echt bij Göricke. De advertentie is een tekening op basis van een foto, dus dit kan een wat vertekend beeld geven.

De verdere details van deze fiets zal ik hier nogmaals herhalen:

Zoals te zien is er veel aan de fiets vervangen in de loop der tijd, zoals het stuur, voordrager (van het merk “Standaard”, dat bestond vanaf 1926), crankstel etc. Dit is ook verwacht voor zulke oude transportfietsen.

Sjoerd schreef over de herkomst van de fiets:
“De Göricke stond in een boerenschuur in Kotten, vlak bij de Duitse grens. De voormalige boerderij is nu een uitspanning. Een goede kennis hier uit het dorp die ook interesse in oude fietsen heeft was daar gaan zitten om wat te drinken. Hij kwam met de vrouw die hem bediende aan de praat over oude fietsen en toen vertelde ze dat er nog een twee oude in de schuur stonden die van een oudoom waren geweest. Hij heeft die toen gekocht zonder een idee te hebben wat voor merk en hoe oud ze waren. Hij had er echter thuis geen plaats voor dus toen heb ik ze van hem overgenomen. De andere fiets bleek een herenfiets te zijn van begin jaren dertig. En de transportfiets was nog ouder weten we nu!”

En daarmee komt hij op de eerste plaats van De oudste transportfietsen van voor 1930.