Ik had al een hint gegeven bij het posten van de advertenties van Göricke, en het is inmiddels bevestigd: de fiets met inwendige lugs van Sjoerd blijkt een Göricke te zijn, geimporteerd door Kestein. Het framenummer is 531758, en daarmee komt hij uit 1921, mogelijk 1920 volgens deze tabel. Ik heb Herbert Kuner er ook aandachtig naar laten kijken, en hij bevestigt de identificatie. Dus deze transportfiets van Sjoerd is daarmee de oudst bekende transportfiets (bestemd voor de Nederlandse markt)!
En de fiets zoals die uit de fabriek kwam:
Deze Göricke transportfietsen werden speciaal gebouwd voor de Nederlandse markt en geimporteerd door Kestein.
Het vermoeden bestond al dat het een oude fiets was, door de ingesoldeerde achterpadden, en de afwijkende framebouw.
De eerste aanwijzing dat het een Göricke is, is de bouw van het frame. Het frame is gebouwd met interne lugs, zogenaamde onzichtbare verbindingen. Ik ken drie merken die dat toepastten, Klaas Baving (zie folder uit 1914), R.S. Stokvis Cosmo (zie advertentie uit 1924), en de bovenstaande Göricke uit 1921 en 1922.
Wat typisch is voor de Göricke, is de enkele uitwendige lug voor de verbinding tussen de onderste bovenbuis en de zadelbuis. Niet alleen heeft de fiets van Sjoerd dit ook, hij heeft ook de afschuiningen van de lug.
Het framenummer komt ook overeen, kwa positie, orientatie en stijl cijfers, met de Göricke van Charles uit 1925. Het framenummer van de fiets van Sjoerd:
En die van Charles:
Het eerste cijfer van het framenummer van Sjoerd was nog onduidelijk of dat een 5 of 6 was, maar Sjoerd heeft inmiddels bevestigd dat het een 5 is.
De advertentie toont ook een stuurvergrendelingsknop. Dit zie je maar zelden bij transportfietsen, en is naast de Göricke uit 1921/1922 alleen nog bekend bij Rivertown 1924. Bij latere transportfietsen komt het niet meer voor. Bij de fiets van Sjoerd is de knop verdwenen, maar het gaatje ervoor is aanwezig.
Wat nog wat twijfel gaf, was de voorvork. De voorvork van de fiets van Sjoerd is geheel glad. De advertentie toont een bredere voorvork kroon.
Ik heb meerdere voorbeelden gevonden van duitse Göricke fietsen uit de jaren ’20, die een vergelijkbare gladde voorvork hebben, waarbij de bovenkant is vernikkeld, zoals dit voorbeeld uit 1924:
De voorvork past dus echt bij Göricke. De advertentie is een tekening op basis van een foto, dus dit kan een wat vertekend beeld geven.
De verdere details van deze fiets zal ik hier nogmaals herhalen:
Zoals te zien is er veel aan de fiets vervangen in de loop der tijd, zoals het stuur, voordrager (van het merk “Standaard”, dat bestond vanaf 1926), crankstel etc. Dit is ook verwacht voor zulke oude transportfietsen.
Sjoerd schreef over de herkomst van de fiets: “De Göricke stond in een boerenschuur in Kotten, vlak bij de Duitse grens. De voormalige boerderij is nu een uitspanning. Een goede kennis hier uit het dorp die ook interesse in oude fietsen heeft was daar gaan zitten om wat te drinken. Hij kwam met de vrouw die hem bediende aan de praat over oude fietsen en toen vertelde ze dat er nog een twee oude in de schuur stonden die van een oudoom waren geweest. Hij heeft die toen gekocht zonder een idee te hebben wat voor merk en hoe oud ze waren. Hij had er echter thuis geen plaats voor dus toen heb ik ze van hem overgenomen. De andere fiets bleek een herenfiets te zijn van begin jaren dertig. En de transportfiets was nog ouder weten we nu!”
In dit artikel vormt een overzicht van de oudst bekende bewaard gebleven transportfietsen in Nederland. Dit gaat specifiek om de klassieke versterkte tweewielers met dubbele bovenbuis. Van prijscouranten weten we dat de Simplex al in 1903 zulke transportfietsen bouwde:
Bakfietsen gaan nog verder terug, en ook waren er al safeties in de 19de eeuw speciaal bedoeld als bezorgfiets, met mogelijkheid om pakjesdrager voorop te bevestigen. Maar die voorbeelden laten we hier buiten beschouwing.
Al gaan transportfietsen dus al terug tot minstens 1903, toch zijn er uit de begin periode geen exemplaren bekend tot nu toe. Hopelijk leidt dit artikel ertoe dat meer mensen zulke of nog oudere exemplaren gaan spotten. Er wordt mij wel gevraagd waarom er geen oudere exemplaren bekend zijn. Dit heeft een aantal redenen: – Lage productie en hoge prijs in de begin jaren. De Simplex in 1903 kostte nog 150 gulden. In 1939 kostte een Brillant van Juncker nog maar 36 gulden. En intussen was er ook nog een sterke inflatie, waardoor het werkelijke verschil nog veel groter was. Met name in begin jaren ’20 daalde de prijs sterk, en steeg de produktie van rijwielen in Nederland aanzienlijk. Tot de jaren ’20 waren er dus nog relatief weinig Nederlandse transportfietsen. – Hoe ouder de fiets, hoe kleiner de kans dat hij het al die tijd overleeft. In tegenstelling tot de luxe fietsen uit begin 19de eeuw, die vaak bewaard bleven op zolders in oude huizen of zelfs kastelen, waren transportfietsen gewoon gebruikswaar. Ze werden intensief gebruikt, tot repareren niet meer rendabel was, en dan naar het oud ijzer. Het feit dat er nog veel oude transportfietsen bestaan, is meer vanwege de robuustheid dan spaarzaamheid. – Herkenning: de oudste transportfietsen zullen in het algemeen ook het meest verbouwd zijn. Om te beginnen zal de visueel herkenbare voordrager vervangen zijn. Juiste de vroege exemplaren hadden nog vrij zwakke voordragers. Als daar later bijvoorbeeld een modernere Roelewiel drager op is gezet, dan lijkt het op het eerste oog al een modernere fiets. In grove lijnen is zo’n hele vroege fiets ook niet veel anders dan een latere, al zijn er wel wat details die zeer kenmerkend zijn voor de vroegste transportfietsen – We hebben nog lang niet alle transportfietsen bekeken. Op de site en onder de bezoekers ervan hebben we slechts een zeer klein percentage van alle transportfietsen gezien. Er rijden er nog veel meer rond. En daarom ook dit artikel om meer van deze oude fietsen boven water te halen.
Wat zijn typische kenmerken voor een jaren ’20 transportfiets (of ouder)? Onder andere een snel herkenningspunt zijn de ingesoldeerde achterpadden van de achtervork. Ergens in de jaren ’20 vond een omschakeling plaats en werd platgeknepen buis waarin het wiel werd gezet de norm. Daarvoor was dit nog een apart onderdeel, dat in de liggende en staande achtervork gesoldeerd werd. Enkele voorbeelden:
Heeft je transportfiets zo’n achterpad, dan weet je vrij zeker dat de fiets minstens uit de jaren ’20 komt. Geen van de direct gedateerde transportfietsen die bekend zijn vanaf 1926 heeft nog zo’n ingesoldeerd achterpad. Maar heeft de fiets wel een standaard platgeknepen achtervork, dan zegt dat niets. Die constructie werd wel al eerder gebruikt naast de ingesoldeerde achterpadden. Verdere datering kan op serienummer, als daarvan de produktie jaren bekend zijn.
Een andere mogelijkheid is via datum stempels op onderdelen zoals bijvoorbeeld in het geval van een Fichtel & Sachs Torpedo naaf. Een datering op onderdelen is natuurlijk minder zeker, aangezien onderdelen kunnen zijn vervangen door nieuwe of oude onderdelen. Vaak werden transportfietsen geleverd met doortrapper achternaaf, die later vervangen werd door een Torpedo remnaaf, waardoor het jaartal niet klopt met de leeftijd van de fiets. Bij datering via onderdelen is het dus altijd verstandig om te kijken of de rest van de fiets de kenmerken heeft die kloppen met de vastgestelde datering.
Verder zijn er nog merk specifieke kenmerken, zoals kettingbladen, voordragers etc. die alleen tijdens bepaalde jaren werden toegepast. Ook kenmerkend voor jaren ’20 transportfietsen zijn BSA type trapassen (met inschroef cups), met name 16,0mm dik en in eerste instantie met klembouten aan de voorzijde. Vanaf eind jaren ’20 werden Thompson type trapassen steeds vaker toegepast. Sommige merken blijven BSA type trapassen gebruiken (met ingeperste cups), dus het geeft geen harde datering.
En nu de oudst bekende transportfietsen. In het geval geen exact jaartal bekend is, dan is de fiets geplaatst naar het laatst mogelijke jaartal. Bijgevoegd zijn links naar artikelen van iedere fiets, waarin verdere informatie te vinden is.
Onbekende fiets van Sven met ingesoldeerde achterpadden:
Zoals je ziet, er zijn nog geen transportfietsen bekend die met zekerheid ouder zijn dan 1921. En transportfietsen van voor 1930 zijn uitermate schaars (o.a. alle 1900 artikelen op deze site doorgespit!), helemaal in redelijk originele staat. Mochten er nog meer bestaan, dan zouden we daar natuurlijk graag over horen. Dus mocht je een transportfiets hebben van voor 1930, of wil je gewoon hulp met een transportfiets te dateren, neem dan contact op via: https://www.transportfiets.net/een-artikel-of-fotos-plaatsen/